Nieuws van 't spoor

--------- Geniet van de reis, of het nu werk-, school of vrije tijdsgerelateerd is ! --------

woensdag 1 november 2023

Bundel - Vormingsstation / Rangeren - Stoten - Heuvelen

Een bundel, rangeerterrein, rangeeremplacement, rangeerstation of vormingsstation is een lokatie binnen het spoordomein die is aangeduid voor het splitsen en samenstellen van treinen. 
Rangeerterreinen liggen in het algemeen dicht bij grote spoorwegknooppunten, of bij industriegebieden of havens voor het goederenvervoer.

De spoorwegreglementering wordt een onderscheid gemaakt tussen een treinbeweging en een rangeerbeweging

Een treinbeweging is een beweging waaraan een treinnummer is toegekend. Zowel reizigerstreinen als goederentreinen krijgen bij hun inzet een treinnummer. 

Bijvoorbeeld de rit van Brussel naar Welkenraedt van 17.10 uur heeft als treinnummer E8402 en wordt getrokken door een reeks 16. 
De goederentrein van Kinkempois naar Sittard in Nederland met een loc van de reeds 25.5 heeft als treinnummer E48646.

Een rangeerbeweging is een beweging die niet als een treinbeweging wordt beschouwd. Bijvoorbeeld bij het aankoppelen van rijtuigen of goederenwagens aan de trein of voor het bedienen van een goederenkoer, spooraansluitingen (bijvoorbeeld naar plaatselijke bedrijven), werkplaatsen enz. De maximumsnelheid bij een rangering is 40 km/uur en 20 km/uur bij opdrukbewegingen. Bij een treinbeweging wordt de snelheid opgelegd door de seininrichting.

Verder wordt bij een treinbeweging een onderscheid gemaakt tussen een Kleine en een Grote Beweging (afgekort als KB en GB). Een Grote Beweging wordt steeds uitgevoerd op normaalspoor of tegenspoor. Een Kleine Beweging heeft geen regime. Deze beweging kan op elk soort spoor uitgevoerd worden zoals in rangeerbundels, hoofdspoor, normaalspoor, tegenspoor, industriespoor, havenspoor, ... Ook een rangeerbeweging kan als een Grote of een Kleine Beweging voorkomen. De begrippen Grote en Kleine Beweging mogen dus zeker niet gelijk gesteld worden met een treinbeweging en een rangeerbeweging.

Opmerking: Bij de elektronische bedieningsposten wordt aan elke beweging een treinnummer toegekend, dus zowel aan een treinbeweging als aan een rangeerbeweging. Dit nummer is enkel uit oogpunt van de seininrichting vereist voor het vormen van de bewegingslijnen door de operator
Op rangeerterreinen worden treinen in delen gesplitst en daarna opnieuw samengesteld. 

Voor het splitsen en opnieuw samenstellen van goederentreinen bestaan twee werkwijzen: stoten en heuvelen. 
Het stoten is arbeidsintensiever maar stelt minder eisen aan het spoorwegemplacement. 
Heuvelen daarentegen is veel doelmatiger, maar vereist wel een speciaal daarvoor ingericht spoorwegemplacement.

Stoten :

Stoten is eigenlijk al mogelijk op de eenvoudigste spoorwegemplacementen. 
Bij het stoten duwt een locomotief een of meer rangeerdelen, die elk bestaan uit een of meer goederenwagons. 
Het voorste rangeerdeel is daarbij niet gekoppeld. 

De duwende locomotief maakt snelheid ruim voor een wissel, en remt vervolgens bruusk af om tot stilstand te komen voordat het wissel is bereikt. 
Het losgekoppelde rangeerdeel, dat zich dus voor de 'duwer' bevindt, rolt dan door over het wissel en bereikt zo het gewenste spoor. 
De locomotief rijdt vervolgens terug naar zijn uitgangspositie. 
Het rangeerdeel dat vervolgens aan de beurt is om te stoten wordt losgekoppeld, het wissel of de wissels worden in de juiste stand gezet en het proces begint opnieuw.

Heuvelen

Voor het heuvelen moet er - logischerwijs - ook een heuvel aanwezig zijn, waarover een heuvelspoor ligt. 
Goederentreinen worden in delen ontkoppeld en vervolgens duwt een locomotief deze trein langzaam over de heuvel. 
Als een treindeel het hoogste punt van de heuvel voorbij gereden is, rolt het van de heuvel af en maakt daarbij enige vaart. 
Onderaan de heuvel splitst het heuvelspoor zich dan in een flink aantal verdeelsporen, en via wissels wordt het treindeel naar één van deze verdeelsporen geleid. 
De wissels moeten hierbij uiteraard binnen heel korte tijdvensters correct afgesteld worden, namelijk nadat het rangeerdeel het wissel in zijn geheel is gepasseerd en voordat het volgende rangeerdeel bij de wissels aankomt. 
Bij moderne heuvelterreinen wordt het stellen van de wissels door computers gestuurd, wat een hogere snelheid bij het heuvelen mogelijk maakt en waardoor de capaciteit van het heuvelterrein vergroot.

De verdeelsporen zijn vaak voorzien van railremmen die er voor zorgen dat een rangeerdeel deel zo ver afgeremd wordt dat het tijdig tot stilstand komt, wat nodig is als een verdeelspoor al bezet is met andere rangeerdelen. Soms zijn verdeelsporen ook voorzien van lieren, om rangeerdelen die niet ver genoeg zijn doorgerold verder te kunnen trekken.

Om efficiënt te kunnen heuvelen, bestaat een heuvelterrein uit achtereenvolgens:

- een bundel aankomstsporen: hier komt de goederentrein aan en wordt gesplitst in rangeerdelen of afloopjes; goederenwagens met dezelfde bestemming blijven gekoppeld

- de rangeerheuvel (trieerheuvel) : een heuvel met daarover een of meerdere sporen waar de te heuvelen goederentrein overheen wordt geduwd. De rangeerdelen of afloopjes rollen dan zelfstandig verder door de zwaartekracht;

- een vormingsbundel en soms trieerbundel: grootste sporenbundel van het rangeerterrein, vaak 20 tot 40 sporen, waarop de voortrollende wagons met eenzelfde bestemming naar het overeenkomstige verdeel- of vormingsspoor geleid worden en tot een nieuwe goederentrein gevormd wordt;

- een bundel vertreksporen, waar nieuw gevormde goederentreinen wachten op het moment van vertrek.

Heuvelterreinen beslaan een enorm grote oppervlakte. De vorm van het rangeerterrein moet mede daarom vaak aangepast worden aan de beschikbare ruimte. 
Enkele grote rangeerterreinen zijn dubbel uitgevoerd zodat voor elke hoofdrichting gerangeerd kan worden. Soms worden rangeerterreinen als kopstations ontworpen, zodat er maar aan één zijde van het rangeerterrein een aanvoerlijn nodig is.

Een belangrijk rangeerterrein is het vormingsstation Antwerpen-Noord met twee heuvels met respectievelijk 40 en 56 verdeelsporen, en zes bijkomende spoorbundels. 

Andere belangrijke rangeerterreinen in België zijn Gent-Zeehaven (32 verdeelsporen), station Kinkempois bij Luik (38), station Monceau bij Charleroi (32), station Ronet-Formation bij Namen (41) en Zeebrugge-Vorming (twee heuvels, 24 en 30 verdeelsporen).

Als we even naar het buitenland kijken bevindt er zich een nog groter rangeerterrein, 'Bailey Yard' bij North Platte in de staat Nebraska (US). Deze telt twee heuvels met maar liefst 65 en 49 verdeelsporen..
Een ander voorbeeld van een groot rangeerterrein in Europa is het 'Maschen Rangierbahnhof' ten zuiden van Hamburg in Duitsland. Dit is maar liefst 280 hectare groot, en telt twee heuvels met 64 en 48 verdeelsporen.

In de bundels vindt men vereenvoudigde seingeving terug, maw enkel rood en wit licht. 




Sinds de jaren zestig is er een schaalvergroting in het goederenvervoer per spoor. Zendingen waarvoor één of enkele goederenwagons voldoende zijn (wagenladingvervoer) maken steeds meer plaats voor zendingen waarvoor een hele trein nodig is (bloktrein). 
De daling van het wagenladingvervoer heeft geleid tot de sluiting van veel rangeerterreinen. Bloktreinen rijden in hun geheel van herkomst naar bestemming en hoeven onderweg dus niet gerangeerd te worden.



Bronnen

Treinbegeleider



Geen opmerkingen:

Een reactie posten