Nieuws van 't spoor

--------- Geniet van de reis, of het nu werk-, school of vrije tijdsgerelateerd is ! --------

vrijdag 26 januari 2024

'Conducteurs' ... of 'Treinbegeleiders' ... ? Wie zijn ze ? Wat doen ze ?

Over de geschiedenis en het uniform van de treinbegeleiding vindt U HIER meer.
Over het uitgebreide takenpakket is HIER meer te lezen.

In dit artikel gaat het vooral over de naamgeving.
We horen zowel 'chef', 'conducteur', 'treinbegeleider', 'trainmanager' en nog verschillende andere benamingen. Maar wat is nu eigenlijk juist? 

Het bezorgt vele treinbegeleiders wel eens de kriebels, maar vaak wordt het woord 'Conducteur' gebruikt als het over hen gaat. 
Zo ook bijvoorbeeld in het programma 'Factcheckers', waar één van de presentatoren constant en naarstig op zoek ging naar de 'conducteur', maar daarbij naar het perron en in de trein bleef turen. 

Had ze zich helemaal vooraan de trein begeven, dàn had ze kans gehad om deze te ontmoeten, want de conducteur is (in België althans) de persoon ... die de trein bestuurt.

Over deze laatste gaat het nu eventjes niet. In enkele artikeltjes gaat het over de treinbegeleider ... 

- Van waar komt de benaming?
- De geschiedenis van dit mooie beroep
- Hun taken
- De do's en don'ts
...


Om eventjes verder te borduren op de titel en de inleiding ... 
Is het gebruik van 'conducteur' fout als we eigenlijk 'treinbegeleider' willen zeggen? 

Dit is een moeilijke, maar op de huidige tijdslijn en in de huidige tijdsgeest in België is dit inderdaad fout, en verkeerd gebruik kan misverstanden tot gevolg hebben. 

Als we intern bijvoorbeeld een melding krijgen van 'un conducteur malade', wil dit zeggen dat er een vervangbestuurder gezocht wordt, en niet een begeleider.

'Conducteur'  is via het Frans aan het Latijn ontleend, en in het huidige Frans betekent het woord 'bestuurder' (van het werkwoord 'conduire' = besturen)

In sé is de 'conducteur' in het spoorwezen dus diegene die de trein bestuurt, de 'treinbestuurder' of 'machinist'. 

De oudste vermeldingen van het woord in het Nederlands dateren echter uit 1567, waar het 'begeleiders, toezichthouders' betekende. 
Ook in 1570 werd het woord gebruikt voor 'leidsman, gids'.

Zowel in het Frans als in het Engels staat 'conducteur-conductor' ook gelijk met het ons meer bekende 'dirigent' ... Inderdaad, iemand die een orkest leidt, hen door de partituren gidst ...

In het openbaar vervoer is de term sinds 1829 bekend voor alle vervoerbegeleidende beambten.

En dat leunt dus allemaal al veel dichter aan bij de huidige functies van de treinbegeleider.

Om het echter helemaal verwarrend te maken : Terwijl in België de 'conducteur' dus de trein bestuurt (in het Franstalige gedeelte), loopt in Nederland de HC (HoofdConducteur) wel degelijk rond in de trein om de vervoersbewijzen te controleren. 

De officiële benaming in ons landje is dus 'treinbegeleider', in het Frans gebruiken we  'accompagnateur de train'. 

Andere, ook oudere of minder gebruikte termen zijn '(chef de) garde', 'chef', 'hoofdwachter', 'treinwachter', 'controleur' of 'kaartjesknipper', en ondertussen ook vermeld op vele officiële documenten, 'trainmanager', een term die ook bij NS International (die de treinen Thalys, ICE, de internationale trein naar Berlijn en de Beneluxtrein uitbaat op Nederlands grondgebied), wordt gebruikt.

Andere bijdragen als 'onnozelaar', 'debiel', 'dief', 'ambtenaarke van mijn voeten', ... zijn termen die door bepaalde groepen reizigers misschien wel graag gebruikt worden, maar vooralsnog niet officieel kunnen worden gebruikt 😁

De treinbegeleider van de NMBS heeft verschillende taken, vandaar ook dat de bovenstaande benamingen veelal achterhaald zijn, en dus eigenlijk niet (meer) van toepassing.

Over deze taken vindt U HIER meer informatie.
Eerst even de geschiedenis doorlopen : klik hiervoor HIER

Bronnen :

Metro.be 10/11/2020
Trainworld.be / files / métiers
Trainworld : afbeelding één van de eerste vrouwen in 1979
Treinbegeleiding
Afbeelding rijtuig Type L : mmfl58.be/RollendMaterieel/Rijtuigen/L%20rijtuigen/L%20Rijtuigen.html
NMBS 'X' : afbeelding uniformen
NMBS 'X' : afbeeldingen SOC
Foto treinbegeleider : HLN
Het Nieuwsblad 06/10/2019 : afbeelding nieuwe uniformen Xandres
cooltrain.be (modelbouw) : afbeelding GCI-rijtuig
Etymologisch woordenboek van het Nederlands, 2003, eerste druk

'Treinbegeleiders' ... Geschiedenis / Uniform

Over de discussie of we nu dienen te spreken over een 'conducteur', een 'treinbegeleider', of nog iets anders is in DIT ARTIKEL al geschreven. 

Over het uitgebreide takenpakket van de treinbegeleiding vindt U HIER meer.

Hier duiken we even de geschiedenis in. 

Samen met de eerste treinen verschenen uiteraard ook de eerste wachters.

Het Koninklijk Besluit van 1 mei 1834 stelde dat “elke reizigers- of goederentrein moet worden begeleid door een wachter

Het ministerieel besluit dat drie jaar later verscheen, bepaalde wie de belangrijkste taken in de spoorwegdienst moest uitvoeren. 
Daarin stond dat “de machinist en de hoofdwachter met elkaar moeten overleggen om de nodige regelingen te treffen in geval van een ongeval of schade tijdens de rit. Ze sturen de kantonniers aan om de alarmsignalen te geven om hulp te vragen.

De hoofdwachter was dus verantwoordelijk voor de trein en de reizigers, samen met de machinist. Zonder hoofdwachter mocht dus (en dit is nog steeds zo) geen enkele commerciële rit vertrekken. 

De hoofdwachter had het voorrecht om een sabel en een mooi kostuum te mogen dragen. Nadeel was wel dat hij de uitrusting en kleding van de Staatsspoorwegen zelf moest betalen, wat voor veel medewerkers een grote kost was. 


Hoewel het tussen 1835 en 1850 wel gebruikelijk was dat het treinpersoneel een fooi ontving, werd dit privilege halverwege de 19e eeuw afgeschaft. 
Hierna mochten de wachters niet langer geschenken of geld van reizigers aannemen, iets wat trouwens nog steeds zo is. 

Het takenpakket van de eerste treinbegeleiders was eigenlijk niet veel anders dan dat van vandaag.
Zij waren verantwoordelijk voor de trein en de reizigers, ze controleerden de vervoersbewijzen en zorgden voor de veiligheid, orde en rust tijdens de reis. 

De wachter begeleidde ook goederentreinen tot de jaren 1975-‘76. Hij moest aan het eind van het konvooi plaatsnemen om het zo nodig met een hefboomrem af te remmen.

Tot 1888 werd de controle van de vervoersbewijzen voor de trein uitgevoerd door wachters die zich verplaatsten via de voettreden buiten de rijtuigen. 
Dit waren smalle planken die langs de rijtuigen waren geplaatst en die de wachter in weer en wind moest gebruiken, zelfs als de trein in beweging was.

Hier een afbeelding van een GC-rijtuig 3055, waarop de voettreden aan de buitenkant duidelijk zichtbaar zijn. 


Dit was natuurlijk uiterst gevaarlijk en, vooral in de winter, was het dan ook niet uitzonderlijk dat ze uitgleden en op de sporen vielen. 

Rond 1900 werden de rijtuigen voorzien van een zijgang. Dit betekende dat de controleur zich vanaf dat ogenblik van het ene naar het andere compartiment kon bewegen zonder langs buiten via de voettreden te hoeven gaan. 

Het gaat hier dan over de rijtuigen met een hoge capaciteit en een overgangsinrichting (GCI - Grande Capacité et Intercirculation), de voormalige serie van 2876 houten spoorwegrijtuigen van de Belgische Staatsspoorwegen voor binnenlands verkeer. Dit type werd gebouw in de jaren 1890-1911 en bleef in actieve dienst tot 1965.

Hoewel het door de inzet van dit type rijtuigen allemaal wat vlotter kon verlopen, bleef het toch een hele uitdaging om van het ene rijtuig naar het andere te geraken.

De personeelsleden moesten dan wel niet meer langs de zijkanten van de treinen klimmen, maar ze dienden wel nog steeds (via een balkon) van de voettrede van het ene rijtuig naar die van het volgende springen.


Om de overgang van het ene GCI-rijtuig naar het andere te vergemakkelijken, werden de rijtuigen uiteindelijk uitgerust met loopplanken die aan weerszijden een leuning hadden. Verder werden er balgen tussen de rijtuigen aangebracht, waardoor het personeel gemakkelijker van het ene naar het andere rijtuig kon geraken, zelfs als de trein in beweging was.

Het sluiten van de deuren van de rijtuigen type L was ook een heikel puntje. 

Bij deze stellen moesten de deuren immers langs buitenaf met de hand gesloten worden.


De wachter moest de deuren dichtslaan en "Opgepast voor de handen!" roepen, om te voorkomen dat reizigers gewond zouden raken. 
Meteen was ook een nieuwe bijnaam een feit, en men hoorde dus wel eens spreken over een 'deurenkletser' ... een leuke benaming die je trouwens hier en daar nog wel eens hoort.

Na verloop van tijd werd de functie van de hoofdwachter belangrijker. 

In de jaren 1980 -1985 groeide het besef dat er nood was aan een echte beroepsopleiding

Bijgevolg werden dan ook de nodige middelen geïnvesteerd. 
Er werd ook meer aandacht besteed aan de ‘klantenservice’ en het commerciële aspect en iets minder aan de reizigerscontrole. 

Geleidelijk aan verving de term ‘treinbegeleider’ dan ook de term ‘hoofdwachter’.

In de begindagen van de spoorwegen bestond het treinpersoneel enkel uit mannen. 

Na 1968 maakten de vrouwen binnen de spoorwegen echter langzaamaan een inhaalbeweging en bekleedden ze ook enkele posten die voordien enkel voor mannen waren voorbehouden. 

Pas met de wet van 4 augustus 1978, die bepaalde dat bij de uitoefening van een beroep niet langer mocht worden gediscrimineerd, werden functies die nog steeds waren voorbehouden aan mannen volledig opengesteld voor vrouwen. 

Het was echter nog een jaar wachten tot in augustus 1979 42 vrouwen werden aangenomen die kozen voor het beroep van wachter. 


In de derde editie van het tijdschrift “Spoornieuws NMBS” uit 1979 staat het volgende te lezen:

Dus heeft de NMBS vrouwelijke treinwachters aangeworven. 
Deze dames traden in dienst vlak na de vakantie en nu, na enkele weken opleiding staan ze er alleen voor: biljettencontrole, toezicht op het instappen, informatie verstrekken aan de reizigers ...” 

Een kleine revolutie als je bedenkt dat er sinds 1958 tot dan toe alleen vrouwelijke overwegwachters en hostessen van het spoor waren, evenals assistenten-klerk, hulpontvangsters, verpleegsters, maatschappelijke assistenten en kokkinnen.

Wie 'geschiedenis' zegt, denkt natuurlijk ook aan de oude en nieuwe uniformen van de treinbegeleiding. 

Hoffelijkheid en respect worden natuurlijk ook deels uitgestraald door de kledij

Het geheel moest steeds professioneel en tijdloos ogen, maar diende uiteraard ook praktisch te zijn voor de medewerkers en duidelijk herkenbaar voor de treinreizigers. 

Van bij de oprichting van de spoorwegen golden er altijd al strikte regels voor het uniform, dat overigens erg modieus was voor die tijd. 

Aan het uniform kon je - vroeger meer als nu - ook zien welke plaats de bediende bekleedde in de hiërarchische structuur. Aan het insigne kon je zien voor welke compagnie iemand werkte, of hij veel verantwoordelijkheid had enz. 

Bij de oprichting van NMBS in 1926 werd de werking van het kledingfonds van de Staat volledig herzien en werden nieuwe voorschriften ingevoerd. 
Na verloop van tijd werd het uniform aangepast aan de keuzes van de maatschappij. 
De manier waarop het uniform, de kepie of de pet werden gedragen en ook hun vorm en kleur werden meermaals herzien. 


Geleidelijk aan moest enkel nog het stations- en treinpersoneel dat in contact kwam met het publiek een uniform en hoofddeksel dragen. 

Tot 1999 telde de kepie van de wachter één streep, die van de hoofdwachter (of treinbegeleider) twee, en die van de hoofdwachter-controleur (of eerste treinbegeleider) drie. De grijze uniformen zelf werden in 1976 vervangen door blauwe. In 1998 kleurden ze opnieuw overwegend grijs, om dan in 2020 terug te keren naar het blauw. 

De verschillende beroepen droegen nog wel een ander hoofddeksel, maar hun rang werd niet langer aangeduid met een teken (strepen, sterren ...). 

In 2011 werd alles andermaal herzien met nieuwe uniformen van de hand van Olivier Strelli. 

De tijd staat echter niet stil en tegenwoordig dragen de 4.000 stationschefs, treinbegeleiders en baliemedewerkers in België sedert 9 november 2020 een overheersend blauw uniform, ontworpen door het Belgische modehuis Xandres. 

Onder het marineblauwe uniform wordt een lichtblauw shirt gedragen. De dames dragen een donkerblauwe rok of jurk, maar kunnen ook voor een broek kiezen. Voor de treinbegeleiders komen daar nog een das en kepie bij. Het logo van de NMBS prijkt zowel op de kepie als op de borst.
Het geheel wordt afgewerkt met een blauwe das. 
Er is zowel zomer- als winterkledij voorzien en de uniformvest kan ook gemakkelijk vervangen worden door een regen- en windbestendige parkajas.


Het uniform werd vanwege de coronapandemie aangevuld met een bijpassend donkerblauw mondmasker. 

Het schoeisel is vrij te kiezen, maar moet natuurlijk 'assorti' zijn (geen fluo sneakers bijvoorbeeld), en mag de veiligheid niet in gevaar brengen. Een goeie stevige schoen met degelijke zool is dus zeker gewenst. Het personeel kan trouwens ook kiezen voor een veiligheidsschoen.

Hoeveel de vernieuwing van het uniform gekost heeft, werd niet vrijgegeven. De vorige outfits van Olivier Strelli – waarvan de gegeerde sjaals door het treinpersoneel trouwens massaal werden doorverkocht aan fashionista’s – kostten in totaal bijna 7 miljoen euro.

De voorschriften zijn duidelijk en dienen te worden nageleefd door elk personeelslid. Het dragen van een bermuda in de zomer bijvoorbeeld kan sedert de zomer van 2023 wel, maar enkel binnen een bepaalde goedgekeurde periode en mits het kledingstuk niet 'vecht' met de officiële uitrusting.  
Een Bermuda met bloemetjes zal dus zeker gewraakt worden. Een donkerblauw of zwart exemplaar kan dan weer wel zonder problemen.

Voor de reiziger is er dus eigenlijk geen onderscheid te zien tussen de leden van het TICO-team, de eerste begeleiders, de begeleiders, de boordcheffen of de assists, en bijna geen verschil tussen deze groep en de Onderstationscheffen.

Een uniform hebben we dus, we kennen het verschil tussen een 'conducteur' en een 'treinbegeleider' ... Over nu naar de grootste hap ... het takenpakket van de treinbegeleiding. 

Over deze taken komt u HIER meer te weten ...


Bronnen :

Metro.be 10/11/2020
Trainworld.be / files / métiers
Trainworld : afbeelding één van de eerste vrouwen in 1979
Treinbegeleiding
Afbeelding rijtuig Type L : mmfl58.be/RollendMaterieel/Rijtuigen/L%20rijtuigen/L%20Rijtuigen.html
NMBS 'X' : afbeelding uniformen
NMBS 'X' : afbeeldingen SOC
Foto treinbegeleider : HLN
Dienstkleding van een treinwachter van de Belgische Staatsspoorwegen in 1838, James Thiriar 
Het Nieuwsblad 06/10/2019 : afbeelding nieuwe uniformen Xandres
cooltrain.be (modelbouw) : afbeelding GCI-rijtuig
Etymologisch woordenboek van het Nederlands, 2003, eerste druk

'Treinbegeleiders' ... Een uitgebreid takenpakket

Het verschil tussen een 'conducteur' en een 'treinbegeleider' werd HIER al uitgebreid beschreven. 

En over de geschiedenis en het uniform hadden we het er HIER al over; 

Maar wat zijn nu eigenlijk de taken van zo'n treinbegeleider? 

In de eerste plaats moet hij verstaanbaar zijn voor iedereen. 
Dat er voor de job dan ook ook enige taalvaardigheid nodig is, zal niemand verwonderen. 


Sommige spoorlijnen doorkruisen verschillende gewesten van het land, en dus wordt van de treinbegeleider uiteraard een zeker niveau van tweetaligheid verwacht. 

Dit is essentieel om de aankondigingen in de treinen te doen, om contact te leggen met de klanten en om ze te helpen, welke taal ze ook spreken. 
De aankondigingen gebeuren in de officiële taal van het gewest waar de trein doorheen rijdt, en dit volgens de strikt op te volgen taalwetgeving. 
In Brussel en de faciliteitengemeenten is dat dus in beide landstalen.
Een treinbegeleider dient dus zeker een minimum kennis te hebben van de tweede landstaal die niet zijn moedertaal is. Voor NL is dit dus FR, voor FR is dit NL. 

Gezien het statuut 'ambtenaar' dient ook een Selor-examen afgelegd te worden. 
Na het slagen in deze test wordt een tweetaligheidspremie voorzien die maandelijks wordt uitbetaald.

Uiteraard is elke extra taal een pluspunt, want - vooral in de vakantieperiode - zien we heel veel buitenlandse reizigers op de treinen die wensen verder geholpen te worden in het Engels, Duits, Spaans of 'nogietsanders'. 

De taak van de treinbegeleider beperkt zich trouwens niet tot het informeren en controleren van de reizigers, verre van. 

Vandaar ook dat de benaming 'controleur' of 'kaartjesknipper' eigenlijk niet meer van toepassing zijn. 

Dé belangrijkste taak is om de veiligheid van de trein, collega's en reizigers te waarborgen. 
En dit dient uiteraard ook proactief te gebeuren. 

Hij/zij gaat vóór de treindienst na welke werkzaamheden gepland zijn, of de lengte van de perrons beperkt is, of er reeds incidenten zijn die een impact hebben op de dienst, enz.

Het is deze 'sign-in'-tijd die momenteel voor wat wrevel zorgt. De directie heeft namelijk beslist om deze terug te brengen tot 10 minuten, wat eigenlijk onvoldoende is om de dag correct te kunnen inplannen. 
Uiteraard hebben de treinbegeleiders steeds meer en meer de beschikking over elektronische informatie, en dienen minder mappen te worden geraadpleegd, maar sommige info wordt wel degelijk beter 'mondeling' of in elk geval 'uit eerste hand' doorgegeven. 

De trein wordt klaargemaakt voor de eerste rit van de dag en het is de treinbegeleider die moet controleren of de deuren goed werken, of de rijtuigen proper zijn, of de verlichting, de verwarming en de omroepinstallatie goed werken en of de veiligheidsinstallaties in orde zijn, zoals noodopeningen, brandblussers, noodhamers, ...  
Ook de verzegeling van noodseinen en dergelijke wordt nagekeken. 

Eventuele gebreken worden in real-time telefonisch doorgegeven (dringend) of worden in het boordboek genoteerd voor verdere opvolging.
De treinbegeleider bekijkt ook of de eindseinen (rode lichten achteraan de trein) correct werken en maakt het remmingsbulletin op voor de bestuurder. 

Verder wordt de volledige samenstelling nauwgezet doorgegeven. 
Het is trouwens deze informatie die op de schermen in de stations terecht komt en aangeeft waar de eerste klasse rijtuigen zich bevinden en of en waar er voorziene plaats is voor groepen. 

Nadat de trein vertrokken is, moet de treinbegeleider de vertrekprocedure steeds nauwgezet respecteren, de stiptheid in de gaten houden, tijdig de juiste aankondigingen doen aan boord, vervoerbewijzen controleren en vragen van reizigers beantwoorden. 
Ook de toestand van de installaties en reizigers wordt regelmatig nagekeken (defecten aan materieel, zieken, gewonden, agressievelingen, mensen met vragen, ...) door middel van veiligheidsrondes. 
De begeleider zal dan de trein doorgaan, meestal zonder controle te doen, maar dus enkel met het oog op het ontdekken van anomalieën.  

De treinbegeleider heeft als belangrijkste taak te waken over de veiligheid en orde aan boord van de trein en op de perrons, en daarbij is het dan ook van het allergrootste belang dat een trein niet vertrekt zonder dat alle instapdeuren volledig gesloten zijn. 

De vertrekprocedure is in de loop der jaren dan ook enkele keren grondig veranderd, net om die veiligheid voor personeel en reizigers te kunnen blijven waarborgen. Een laatste aanpassing gebeurde in 2023. 

Het is altijd al de taak geweest van de treinbegeleider om - nadat hij/zij zich ervan vergewist heeft dat alle deuren gesloten zijn - dit door te geven aan het seinhuis en de machinist. 

Dit gebeurde lange tijd door het draaien van een sleutel in een AVG ('Aanwijzer Verrichtingen Gedaan') die zich op het perron bevond. 
Na het draaien (bezie dit als een 'okay, alles is veilig') , moest de begeleider zich reppen naar de trein, want deze kon na 10 seconden al vertrekken (in Brussel-Centraal en nog enkele stations zelfs na 7 seconden). 

Bij de oude procedure hield de treinbegeleider na het geven van de aanwijzing "verrichtingen gedaan" vanuit de laatste openstaande deur nog toezicht over het perron tot wanneer de trein effectief reed. Hij sloot die deur dan binnen de 30 meter na vertrek. 

In die fase van het vertrek, waarbij de trein dus al in beweging was, deden zich uiteraard regelmatig nog ongevallen voor door onvoorzichtige, laattijdige reizigers die alsnog probeerden bij die deur in te stappen. 

Een levensgevaarlijke handeling, waarbij het soms tot wat duw- en trekwerk kwam, maar jammer genoeg een incident dat zich nog steeds vaak voordoet, omdat reizigers de zin van die procedure niet begrijpen.
Instappen nadat de treinbegeleider dit heeft verboden, is trouwens strafbaar!

De bediening van de AVG was dus steeds een risicovol 'stressmomentje' in de vertrekprocedure. 

Op het ogenblik dat hij de AVG bediende, was de treinbegeleider immers fysiek van de trein gescheiden en kon hij bijvoorbeeld de noodrem niet bedienen, mocht er zich aan de trein een veiligheidsincident hebben voorgedaan. 

Om die reden streefden de treinbegeleiders ernaar het reglement te doen veranderen, zodat de trein met alle deuren gesloten zou vertrekken. 

Op 10 juni 2018 heeft NMBS dan ook een aangepaste vertrekprocedure ingevoerd, waardoor alle treinen met gesloten deur dienden te vertrekken. 
Bij deze procedure stapte de treinbegeleider na het geven van de aanwijzing "verrichtingen gedaan" op en sloot hij onmiddellijk zijn laatste deur. 

Ook hier : bij deze sluitende deur is het gevaarlijk en verboden om nog in te stappen!

Op treinstellen mocht de bestuurder vertrekken zodra de AVG open gekomen was en de getuigenlamp (melding dat alle deuren gesloten waren) brandde. 
Op perrons zonder AVG volstond de getuigenlamp, maar men mocht niet enkel voortgaan op de techniek, en treinbegeleiders dienden ook fysiek zeker te zijn dat alle deuren wel degelijk gesloten waren. 

Daarom ook dat de gele of witte lijnen op het perron zo belangrijk zijn. Als daar volk loopt, is het niet mogelijk om te zien of alles dicht is zoals het hoort.


Om technische redenen was het echter nog niet bij elk type materieel mogelijk de gesloten toestand van de deuren aan de bestuurder te melden.

Bij gesleept materieel (zonder getuigenlamp) werd de aanwijzing "verrichtingen gedaan" dus op dezelfde manier gegeven, maar moest de treinbestuurder bij afwezigheid van een AVG na het vertrek uit het cabineraam of de cabinedeur visueel controleren met de treinbegeleider of iedereen was uit en ingestapt en zijn deur ging gesloten worden. Hierdoor werd gecommuniceerd met fluitje, arm- en lichtsignalen.
 
In 2023 werd de vertrekprocedure nogmaals aangepast. 

Een treinbegeleider dient nog steeds na te kijken of alle deuren gesloten zijn, en of alles veilig is in en rond de trein, maar dient geen AVG-kastje meer te bedienen. 
In de plaats daarvan zijn een smartwatch en smartphone gekomen, die dienen om te kunnen communiceren met seinhuis en bestuurder. 

Daar waar er bij het bedienen van AVG (bij afwezigheid hiervan met fluitje, arm- en lichtsignalen) nog steeds een kleine kans bestond dat de begeleider om de één of andere reden zou achterblijven op het perron (agressie, ongeval, ...), wordt dit nu volledig uitgesloten. 

De begeleider moet immers ook zeker zijn dat ook de laatste deur volledig is gesloten, en bevestigt dan dat hij/zij zich in de trein bevindt. Een 'swipe' op de horloge geeft dan aan dat de situatie voor hem/haar veilig is. 

De bestuurder krijgt hiervan een melding, en na verificatie van nog enkele dingen van zijn/haar kant, en bij openzetting van het sein (groen licht) kan er vertrokken worden. 
Uiteraard is er ook een back-up procedure voorzien in geval van technische problemen (vooral ontvangst van signaal) 

Ook de klantenservice is ondertussen immers een zeer belangrijk onderdeel van het takenpakket geworden. 

Sedert eind 2022 valt het departement 'treinbegeleiding' dan ook onder de afdeling 'klantendienst'.
Er wordt getracht om zo veel mogelijk te werken met het principe 'Klant Centraal'. 

Zoals reeds gezegd vormt de treinbegeleider het allereerste aanspreekpunt voor de reizigers (die soms uit het buitenland komen, niet goed hun weg vinden of na een incident terug de juiste weg op moeten geraken). 

'Allereerste aanspreekpunt' wil natuurlijk ook zeggen dat deze mensen steeds geconfronteerd worden met de eerste frustraties van de reiziger die een aansluiting voor zijn neus ziet wegrijden, die zijn trein ziet geannuleerd worden, of die met een ander probleem zit.

Het is dan ook ieders verantwoordelijkheid om dergelijke situaties niet te laten escaleren. Het gaat meestal om 'volwassen geachte' mensen, en de treinbegeleiding is er voornamelijk om 'ontspoorde situaties' (tja), trachten recht te zetten.

Hij/zij is ook degene die PBM's (Personen met Beperkte Mobiliteit) helpt in en uit de rijtuigen te stappen als er geen hulp werd aangevraagd bij 'b for you' of tracht aansluitingen te verzekeren bij vertragingen of ontwrichte situaties op het spoor. 

En dan zijn er nog de verloren/vergeten voorwerpen.  De treinbegeleiding zorgt er immers ook voor dat de nodige acties ondernomen worden om de voorwerpen die in de treinen of op perrons worden verloren/vergeten aan hun eigenaar terug te bezorgen.
Dat zijn er een heleboel, en het valt eigenlijk op dat een groot gedeelte van de mensen hun eigendom nooit terug claimt. Door de nieuwe evolutie in smartphones / gsm's in het algemeen, wordt het personeel steeds meer en meer geconfronteerd met toestellen waar een code voor nodig is. 

Een tip : probeer steeds bij zoveel mogelijk 'losse' voorwerpen een telefoonnummer, naam of adres te vermelden, zodat de stationsmedewerkers jullie kunnen contacteren als jullie 'voorwerp' is teruggevonden. 
Als het gaat over een vergrendelde telefoon is het ook altijd handig om je eigen nummer ook eens te bellen. Indien dit toestel al in het bezit is van iemand van het spoor, kunnen er zo afspraken gemaakt worden om alles netjes terug te bezorgen aan de eigenaar. 

Als U zelf iets vindt, bezorg het dan zo spoedig mogelijk aan de treinbegeleiding, of aan het stationspersoneel, zodat er snel werk kan gemaakt worden van het terugbezorgen aan de rechtmatige eigenaar.
Vaak een hele operatie, maar het is nog zo plezant als het lukt ... 



In de praktijk vallen dus eigenlijk alle incidenten die zich voordoen aan boord van de trein of tijdens het instappen in het station onder de verantwoordelijkheid van de treinbegeleider.
Zo moet bij elk incident grondig (en vooral snel) geëvalueerd worden of er hulp nodig is, én vooral ook welke hulp. 

Daartoe contacteert de treinbegeleider het SOC (Security Operations Center), een soort 'triagedienst' waar de binnenkomende oproepen worden aangenomen en de nodige diensten worden verwittigd (Securail, Politie, Ambulance, MUG, Brandweer, ...)


U kan deze dienst als reiziger ook zelf contacteren, mocht U niet onmiddellijk een personeelslid ter plaatse kunnen contacteren.
Geef steeds volledige en correcte informatie door : 

- wie bent U?
- waar bevindt U zich?  > Station? Perronnummer? Trein? Treinnummer? Welk rijtuig : vooraan? achteraan? 
- wat gebeurt er?  > Getuige/slachtoffer agressie? Ongeval? Gevaarlijke situatie?

Aan de hand van deze beschrijvingen wordt beslist om een beschikbare ploeg Securail, spoorwegpolitie, lokale politie, ambulance, MUG, stationspersoneel, ... ter plaatse te sturen en/of om de treinbegeleider te contacteren die zich eventueel al ter plaatse kan begeven en zich vergewissen van de situatie in afwachting van de komst van de gespecialiseerde diensten ...

En dan ... de taak die iedereen ziet ... de controle van de vervoersbewijzen

Hier kunnen we eigenlijk heel kort in zijn ... Of U heeft een geldig vervoersbewijs bij en laat dit spontaan zien bij controle of U heeft er geen en betaalt er eentje in de trein ... met tarief aan boord (surplus van 9 €) en zonder commentaar. 

Het niet betalen van vervoersbewijzen of, erger nog, het starten van discussies die veel te vaak met verbaal of fysiek geweld eindigen is uiteindelijk een gemakkelijk te vermijden issue : U koopt een ticket, net zoals U ook in een winkel alles netjes betaalt of betaalt voor een dienstverlening bij dokter, verpleging, ... 

Het kan inderdaad zijn dat U Uw abonnement vergeten bent, dan nog betaalt U Uw ticketje en meldt U zich later bij een loket om terugbetaling aan te vragen. U bent dan natuurlijk wel in het bezit van een geldig abonnement!

Men kan zich bijna niet voorstellen wat mensen allemaal verzinnen en uitsteken om aan de controle te ontsnappen ... Wegstoppen in WC's, in tussenschotten gaan zitten, tussen de nauwe ruimtes tussen de banken gaan kruipen, ... Het wordt vaak gezien, en naast spierpijn kost het ook nog wat extra centjes.

Zo had ik ooit iemand die zijn multipas niet had ingevuld wegens ... geen balpen. Ik heb 'm toen de kans nog gegeven om bij zijn medereizigers eentje te vragen (wat hij trouwens op het perron al had kunnen / moeten doen). Nadat hij een tiental mensen voorbijgelopen was zonder iets te vragen, maakte ik hem de opmerking dat het zo nooit ingevuld zou geraken.
'Ja, maar dat zijn allemaal vrouwen', was zijn enige antwoord ... 😦

Het trachten te ontlopen van controle of het niet in het bezit zijn van een geldig vervoersbewijs, zijn trouwens twee belangrijke redenen voor vertragingen. U doet het dus niet enkel Uzelf aan, maar ook Uw medereizigers en het NMBS/Infrabel-personeel.

U ziet het... Al het bovenstaande maakt dat de term 'kaartjesknipper' dus ondertussen wat misplaatst, zelfs wat denigrerend, is. 
Het 'kaartjes knippen' is immers 'maar' een klein gedeelte van het grote takenpakket.

Ook 'controleur' is niet de juiste benaming, want deze is voorbehouden voor de leden van het de zogenaamde 'Ticket Control Teams' (TiCo). 

Deze bediendes werken onafhankelijk van de boordchef, onder leiding van een eerste treinbegeleider, meestal in groepjes van drie personen. 
Zij voeren doorgedreven controles uit op de vervoersbewijzen met het oogmerk fraude en zwartrijders op te sporen. 
Deze speciale controle is een heel belangrijk element geworden in de strijd tegen agressie jegens het boordpersoneel.  
Het verschil tussen de mensen van het TiCo-team en de 'gewone' treinbegeleiders is trouwens niet te zien aan het uniform. 

Maar ... Om het toch niet té gemakkelijk te maken : er bestaan dus ook 'controlebediendes'. 

Dit zijn de treinbegeleiders die werken als 'assist' of onder speciale voorwaarden zoals bijvoorbeeld 'lichte dienst'. 
Het is immers zo dat er per trein steeds één treinchef (boordchef) is. 
Deze beslist eigenlijk alles wat gebeurt op de trein.

Indien hij kan beschikken over een 'assist' (meestal iemand die op weg is van of naar een eigen rit als boordchef, of iemand met lichte dienst die geen veiligheidshandelingen mag/kan uitvoeren) kan hij deze persoon vragen om hem te helpen bij de taken. 

Een 'assist' kan dan door de trein gaan als controlebediende, kan op vraag van de boordchef helpen bij het klaarmaken of beëindigen van een trein, bij het omroepen, ... 
Deze 'assists' rapporteren op het ogenblik van die rit aan de boordchef, maar zijn daarom zeker niet minderwaardig of lager in rang.
De volgende trein kan de situatie immers omgekeerd zijn, en wordt de assist treinchef en de treinchef assist.  Het is enkel belangrijk om in geval van calamiteiten één contactpunt (single point of contact) te hebben, en da's dan de boordchef.

Het doet dus echt niet uit om te gaan klagen bij de boordchef als je geen ticket hebt en het niet kan 'regelen' met de 'assist' ... deze controlebediende heeft dezelfde rechten en plichten, schrijft regularisaties en boetes uit,  ... 

Het zijn trouwens meestal deze 'assists' of andere personeelsleden die zich van of naar hun arbeidsplaats aan het begeven zijn, die zich in eerste klasse genesteld hebben. 
Wees dus niet te snel in het oordeel dat het een gemakkelijke job is, en dat het allemaal profiteurs zijn die niks doen ...  

Ook treinbegeleiders moeten zich - net als U - naar de plaats van hun dagtaak begeven, en dit gebeurt ook vaak via het openbaar vervoer (en ja, in uniform) !

Het zijn alle bovenstaande die, naast Securail en politie, trouwens het recht hebben uw ID kaart te vragen.  U moet trouwens, als U een vrijkaart bezit of een ticket heeft aangekocht met een bepaalde kortingscode, ook steeds in het bezit zijn van de vrijkaart of kortingkaart (verhoogde tegemoetkoming, blind/slechtziend, journalist, politie, grote gezinnen, ...), 

Dit in het kader van controle op leeftijd (min 26- of plus 65- jarigen) of voor het opmaken van vervoerbewijzen, andere regularisaties en boetes. 
 
Het recht hiertoe hebben ze dank zij het beëdigd statuut van 'vaststellend ambtenaar'. 
Verlies dus zeker geen tijd door om politie te vragen, mocht dit voorvallen.  
U verliest hier enkel tijd door, voor uzelf, het personeel en de medereizigers... en u gaat uw ID sowieso moeten laten inlezen...! 

Een andere, ook al niet onbelangrijke taak, is het beëindigen van een trein. Dit gebeurt telkens bij de laatste rit van de dag of als de trein enige tijd stil staat, of tussen twee ritten door.

Het houdt in dat alles opnieuw gecontroleerd wordt, net als bij het klaarmaken. We spreken hier natuurlijk ook over het nakijken of er zich geen verloren voorwerpen of personen meer bevinden in de trein die zal afgesloten worden. Ook worden opnieuw de veiligheidsinstallaties en deuren nagekeken op correcte aanwezigheid en/of werking. 

Schadegevallen die zouden ontstaan zijn tijdens de rit, en die nog niet eerder opgemerkt of doorgegeven werden, worden gemeld via het orderboek dat aanwezig is in alle stellen. 
Ook vandalisme (graffitti, afgebroken tafeltjes, ...) wordt doorgegeven aan de bevoegde diensten, evenals de aanwezigheid van vuiligheid dat werd achtergelaten.

Over die vuiligheid trouwens de melding dat in elke trein (zeker op de platformen) en op de perrons de reiziger kan beschikken over vuilnisbakken. Het is dan ook respectvol naar de volgende reizigers en naar het personeel toe om deze dan ook te gebruiken in plaats van alles tussen de zetels te proppen ... of zelfs volle vuilniszakken achter te laten in de trein.



Respect moet trouwens van iedereen komen, en naast 'klantvriendelijkheid' dient de treinbegeleider dus ook steeds respect uit te stralen in zijn/haar voorkomen, zelfs al is dat bij reizigers niet altijd het geval. 

Strak in het pak wordt het treinpersoneel immers geacht ten allen tijde hoffelijkheid uit te stralen, en een toonbeeld te zijn van geduldige dienstvaardigheid en professionele onfeilbaarheid

Al in 1965 werd gesteld: “Niemand zal zijn innerlijke woede kunnen peilen wanneer hij heeft af te rekenen met kwade trouw en plompe opmerkingen, zijn hart zeer bij de genuanceerde geringschatting van lui die barsten van opgeschroefde meerderwaardigheid. Om zijn rol waardig te kunnen vervullen, heeft die man een flinke dosis geduld, zelfverloochening en weldoende wilskracht nodig, alsook een ambtelijke soepelheid die de meesten zelfs niet eens vermoeden.” 

Ook nu nog wordt van het treinpersoneel verwacht dat het zich steeds hoffelijk, beleefd maar streng opstelt tegenover de reizigers, en dit terwijl zij steeds vaker geconfronteerd worden met de irritatie en verbale of fysieke agressie van klanten die zich soms weerspannig gedragen en niet spontaan hun vervoersbewijs tonen of kunnen voorleggen. 

Door de toenemende agressie wordt het personeel dagelijks geconfronteerd met potentieel traumatische handelingen en woorden, ondanks de inspanningen die reeds geleverd werden om de werkomgeving veiliger te maken ... 

Er werd dan ook een ‘buddysysteem’ opgezet, zodat bestuurders, treinbegeleiders en loketbedienden een beroep kunnen doen op een eerstelijns collega, die hen in geval van een traumatische situatie kan bijstaan, al is het maar door het - op dat ogenblik echt te veel zijnde - papierwerk te helpen invullen.

Er wordt al jarenlang gesproken over het afschaffen van de functie van treinbegeleider. Het zou dan aan de bestuurder zijn om de trein te superviseren. 
De investeringen echter die nodig zijn voor autonome treinen (controle op het sluiten van deuren, cameranetwerk, assistentie voor personen met beperkte mobiliteit enz.) hebben de opeenvolgende CEO’s van NMBS doen terugkrabbelen, en momenteel is de 'one man car' eventjes uit de 'pipeline' verdwenen. 

Dat er begeleiding nodig is op een trein, is echter een feit. 

Het kan immers gebeuren dat reizigers al eens agressief uit de hoek komen, of dat er iemand flauwvalt of ziek wordt ... 
Een vrouw die beslist om 'nu' te gaan bevallen, een persoon die het dan weer houdt op 'vallen' ... 

Al deze 'incidentjes' dienen behandeld te worden, maar hoe gaat men dat doen als er geen begeleider meer aanwezig is?

Men zal niet meer kunnen rekenen op informatie, en alles zelf moeten gaan opzoeken via andere kanalen. 
Het 'menselijke' valt volledig weg, en persoonlijke tips of hulp in verband met gauwdiefstallen, verloren of vergeten bagage, vervoerbewijzen, overstappen en dergelijke zullen onbestaande zijn. 

Iemand die geruststelt, raad geeft, helpt en indien nodig de storende klanten bijstuurt, eventueel met een kwinkslag ... 
Uit enquêtes blijkt overduidelijk dat het merendeel van de klanten wel degelijk de aanwezigheid van de treinbegeleider apprecieert en ergens ook verwacht. 

Daarbij maakt men zich vaak kwaad als men niemand heeft gezien, 'want dan hebben we voor niets betaald'
Uiteraard is dit een totaal verkeerde redenering, want je betaalt tenslotte voor de rit en niet om gecontroleerd te worden. 

In de ideale wereld zou trouwens niet eens moeten gecontroleerd worden, en zou iedereen zijn vervoersbewijs in orde moeten zijn alvorens in te stappen ... 
Kijk maar naar de Oosterse landen, waar men zo graag naar wijst als het gaat over stiptheid. 
Wel, in die landen bestaat 'zwartrijden' bijna niet, en als men het ontdekt, zijn er enorm hoge boetes en zware straffen. 

Men respecteert daar het personeel en de medereizigers echter veel meer, en haalt het zich niet in zijn hoofd om een agressie te starten. 
En dat is nu één van de redenen dat het daar ook beter lukt om stipter te rijden ...

De treinbegeleiders zitten trouwens ook in hetzelfde schuitje als U, en vinden het ook niet leuk om later thuis te zijn of in de problemen te komen door een incident. 

Zij zien ook pas de samenstelling van de trein (blijkbaar altijd 'te kort') als deze het station komt binnengereden. 

Zij voelen ook pas na het instappen dat de verwarming / airco niet werkt. 

Zij zien ook pas de graffiti bij het doorlopen van de trein. 

Ze horen ook pas dat er een persoonsongeval is gebeurd, ...

... dus laat hen even de tijd om meer informatie te vergaren alvorens ze uitspraken kunnen doen, of dingen kunnen regelen, ... 

We leven steeds meer in een 'ik ik ik-maatschappij', maar hou er rekening mee dat ook treinbegeleiderseigenlijk hulpverleners zijn. 

Spreek hen dus gerust vriendelijk aan als U ergens een mankement of onveilige situatie bemerkt ... Zij kunnen in eerste instantie trachten in te grijpen, en als dit niet lukt, geven ze dit met graagte door aan de betrokken diensten ... 


Bronnen :

Metro.be 10/11/2020
Trainworld.be / files / métiers
Trainworld : afbeelding één van de eerste vrouwen in 1979
Treinbegeleiding
Afbeelding rijtuig Type L : mmfl58.be/RollendMaterieel/Rijtuigen/L%20rijtuigen/L%20Rijtuigen.html
NMBS 'X' : afbeelding uniformen
NMBS 'X' : afbeeldingen SOC
Foto treinbegeleider : HLN
Het Nieuwsblad 06/10/2019 : afbeelding nieuwe uniformen Xandres
cooltrain.be (modelbouw) : afbeelding GCI-rijtuig
Etymologisch woordenboek van het Nederlands, 2003, eerste druk 

vrijdag 29 december 2023

Securail

In elke trein en op elk perron hangen tegenwoordig affiches met het telefoonnummer van 'Securail'. "Net als comfort, stiptheid en frequentie, is veiligheid cruciaal voor elke reiziger en elke spoorwegwerknemer", klinkt het.


Maar wie of wat zijn dit nu eigenlijk? 

Securail is de eigen veiligheidsdienst van de Belgische spoorwegen. Deze dienst is een onderdeel van de Corporate Security Service, een afdeling binnen de NMBS die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de reizigers, het personeel en de klanten. 
De veiligheidsagenten voeren interventies en patrouilles op spoorwegdomein uit.

Op dit moment kan je bij problemen op de trein bellen naar het gratis noodnummer 0800/30230


Op basis daarvan kan het SOC (Security Operations Center), waar je dan terecht komt, snel ingrijpen en afhankelijk van de situatie kiezen om de eigen veiligheidsdienst Securail, de politie, ambulance, brandweer of andere veiligheidsdiensten ter plaatse te sturen. 
Wees dan ook zo volledig mogelijk in het doorgeven van informatie, zodat snel en adequaat de juiste hulp kan gestuurd worden.

Er is echter ook al langer vraag naar een mogelijkheid om dit ook op een meer discrete manier te kunnen doen. Het is immers niet altijd veilig om te bellen in aanwezigheid van een eventuele agressor. 
Daarom wil men een systeem uitwerken waarbij je ook via sms of WhatsApp de veiligheidsdiensten kan verwittigen.


Reeds sedert 1843 waren sommige ambtenaren van de NMBS belast met voltijdse politieopdrachten. Het ging dan om politieofficieren die onder het gezag stonden van de stationschef.

In het begin van de jaren 1970 besliste de NMBS dat kader aan te vullen en het meer zelfstandigheid en een eigen functionele hiërarchie te geven. 
Deze zelfstandigheid ging gepaard met gepaste beroepsopleidingen in opleidingscentra van de gemeentepolitie voor het basiskader, en in 'de school voor criminologie en wetenschappelijke politie' voor de onderofficieren.

De wet van 5 augustus 1992 op het politieambt officialiseerde dit korps als bijzondere politiedienst en integreerde het in de politie. 
Diezelfde wet kende de hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie toe aan de politiechefs en ondertoezichtcommissarissen.

Door de nakende komst van de politiehervorming eind jaren 1990 werden de bijzondere politiediensten afgeschaft, met als gevolg dat de leden konden kiezen om over te stappen naar de Rijkswacht ofwel naar de interne bewakingsdienst van de NMBS, B-security. 

De interne bewakingsdienst werd uiteindelijk in 2004 omgevormd naar een veiligheidsdienst, het huidige 'Securail'.

Sinds het opgaan van de spoorwegpolitie in de federale politie stond B-Security in voor de veiligheid op en rond het spoor. 
Door de toename van de agressie tegen het spoorwegpersoneel en de reizigers was er terug een grote vraag naar meer bevoegdheden. Deze vraag werd ingewilligd en de interne bewakingsdienst werd een veiligheidsdienst. De bewakingsagenten werden omgeschoold naar veiligheidsagenten, dewelke meer bevoegdheden hebben.

Anno 2023 klinkt trouwens opnieuw de vraag om nog meer middelen in te kunnen zetten tegen de toenemende agressie. Zo is er het voorstel om de veiligheidsagenten te voorzien van bodycams. 
Meer hierover zie HIER.

Wat mag en kan een Securailagent doen? 

Een veiligheidsagent heeft bepaalde politionele bevoegdheden en mag bijvoorbeeld een identiteitscontrole uitvoeren, iemand vatten en eventueel boeien, een veiligheidscontrole uitvoeren en personen zonder geldig vervoerbewijs met dwang verwijderen uit de zones waar dit vereist is. 

Onder bepaalde voorwaarden mag een veiligheidsagent zelfs pepperspray gebruiken. 

Securail beschikt ook over veiligheidsagenten die met hun diensthond werken. 


Alle bevoegdheden van deze dienst staan beschreven in 'de wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid'

Door deze wet is de aanwezigheid van het Vigilis-logo, een kenmerkende 'V', op de uniformen van de veiligheidsagenten verplicht. 


Dit logo wekt bij burgers echter vaak ook een verkeerde associatie op van 'bewakingsagenten', waarbij dit ook verplicht is, maar die deze bevoegdheden niet hebben. 

Veiligheidsagenten van Securail zijn beëdigde agenten met de gerechtelijke bevoegdheidstitel 'agent van gerechtelijke politie' ('AGP'). 

Zij kunnen hierdoor een proces-verbaal opstellen naar aanleiding van hun vaststellingen. De wet van 27 april 2018, wet op de politie van de spoorwegen laat de veiligheidsdienst toe zelf boetes te innen voor bepaalde inbreuken. 
Hierdoor wordt het werk van het Parket verlicht en neemt straffeloosheid af. 

Voertuigen van Securail zijn uitgerust met blauwe zwaailichten en optische sirenes zodat ook zij zich prioritair kunnen verplaatsen indien noodzakelijk.


Binnen 'Securail' zijn verschillende brigades actief, van waaruit de veiligheidsagenten naar de verschillende stations reizen. Deze brigades hebben een heel groot werkterrein, wat vaak nadelig is voor snelle interventies in kleinere stations of op de treinen zelf. 

De brigades zijn:

Vlaanderen

Antwerpen (station Antwerpen-Centraal)
Brugge
Denderleeuw
Gent (station Gent-Sint-Pieters)
Hasselt
Kortrijk
Leuven
Mechelen
Zaventem (station Brussels-Airport Zaventem)

Brussel

Sint-Gillis (station Brussel-Zuid)
Brussel stad (station Brussel-Centraal)
Schaarbeek (station Brussel-Noord)

Wallonië

Charleroi
Libramont
Luik (station Luik-Guillemins)
Bergen
Namen
Ottignies
Doornik

De veiligheidsdienst kent de volgende graden:

- Veiligheidsbediende;
- Gespecialiseerd Veiligheidsbediende;
- Eerste Veiligheidsbediende;
- Adjunct-Veiligheidschef;
- Veiligheidschef.

Aangezien de treinbegeleiders steeds meer en meer te kampen krijgen van agressie op de trein, wil de NMBS ook inzetten op meer veiligheid voor hen. 

De spoorwegmaatschappij NMBS kondigde begin 2023 dan ook aan dat ze sterker zou inzetten op ticketcontroles voor het opstappen. 
Ze wil zo discussies tussen de reizigers en de treinbegeleiders aan boord van de trein vermijden, omdat die de belangrijkste oorzaak zijn van agressie. 
Bij dergelijke controles, die werden uitgevoerd door agenten van Securail, bleek dat gemiddeld 4 procent van de reizigers geen ticket had.

De veiligheidsagenten stellen zich voor zo'n controle op aan de toegangen van het perron of op het perron zelf, om vervolgens de vervoersbewijzen van alle reizigers te controleren. Wie geen ticket kan tonen, mag de trein niet op en moet eerst een vervoersbewijs kopen.


Ook tracht men de veiligheid van het personeel op de trein te verhogen door zo veel mogelijk ploegen proactief mee te laten gaan met de ritten. 
Personeelsgebrek is hier echter de grote spelbreker in. Men zet het beschikbare personeel immers beter in voor reactieve acties (daar waar problemen zijn), dan ze proactief mee te sturen (en waar ze dus niets kunnen betekenen voor problemen in een station of op een andere trein). 

Er zijn immers enorm veel stations in ons land, ruim 550, en heel vaak hebben die talloze toegangen, om niet te zeggen dat perrons vaak gewoon het verlengde zijn van voetpaden of andere openbare infrastructuur. 
Vaak hebben ze ook een belangrijke doorgangsfunctie tussen twee delen van een stad of buurt, zijn er ook andere trekpleisters in (winkels, horeca, loketten...) enzovoort. 

Men zit dus met een gigantische logistieke operatie die een enorme investering vraagt.
Als je dan ook nog eens overal veiligheidsmensen moet neerzetten om het respect tegenover anderen en tegenover de reglementeringen na te gaan wordt het al helemaal onbetaalbaar.

Nog in 2023 kwam het heuglijke nieuws dat De Federale Spoorwegpolitie (SPC) Securail verder zal bijstaan in de strijd tegen onveiligheidsfenomenen zoals zakkenrollen, vandalisme, kabeldiefstal of indringing in de sporen.
Ze helpen ook om grote evenementen mee in goede banen te leiden. Bovendien organiseert ze, in nauwe samenwerking met Securail, gerichte zichtbaarheidsacties op zeer drukke lijnen of tijdens drukke momenten.

Securail en de SPC hebben hun samenwerking in 2023 opgeschroefd.
Tussen januari en juli van dat jaar zijn er 40% meer gezamenlijke controles uitgevoerd dan in dezelfde periode van het vorige jaar.

Is Securail er enkel in situaties van 'ambras'?

Neen hoor!

Dank zij hun jaarlijks herhaalde EHBO-opleidingen kunnen ze ook ter hulp komen bij reizigers met andere problemen. 
Zo worden ook de eerste zorgen toegediend bij ongevallen, zieke reizigers, ... 

Ze zijn trouwens ook aanspreekbaar voor informatie aangaande het station of de treinen. 


Bronnen

Bruzz.be 06/07/2023
Press.NMBS.be 07/07/2023
V-news 21/12/2023 (foto Securail)
Foto Whatsapp Getty Images/iStockphoto
Press.NMBS.be 02/03/2023 (foto Securail controle)
Vrt.be 08/02/2022

Waarom rijden treinen in België (meestal) links?

Wie regelmatig de trein neemt, heeft het hoogstwaarschijnlijk al opgemerkt: de treinen in ons land rijden bijna allemaal aan de linkerkant van de weg. 
Opvallend, want al het overige verkeer doet dat niet. Zelfs onze boten varen rechts. Hoe komt het dat de trein zo’n uitzondering is? En waarom rijden de treinen in onze buurlanden dan wel 'normaal'?


Eigenlijk zou men deze vraag ook kunnen omdraaien : waarom rijden treinen in Nederland en Duitsland rechts? Want in vrij veel landen in Europa wordt links gereden: Italië, België, Groot-Brittannië, Portugal, Zwitserland.

Frankrijk rijdt grotendeels links, maar in de gedeelten die vroeger Duits waren (Elzas-Lotharingen) rechts. Oostenrijk ging na de 'Anschluss' bij Duitsland in 1938 over van links- op rechtsrijden, maar die ombouwoperatie is halverwege blijven steken.

Welke trein waar en wanneer links of rechts rijdt, uiteindelijk maakt het, in tegenstelling tot het wegverkeer, weinig uit. Het is immers niet de machinist, maar wel de verkeersleiding die bepaalt welke sporen een trein veilig kan berijden. 
Bovendien zijn met de moderne beveiligingssystemen tegenwoordig steeds meer trajecten ingericht voor het berijden van alle sporen in beide richtingen. Dat is handig, bijvoorbeeld bij werkzaamheden aan het spoor.

Origineel, en dat is ook duidelijk te zien op oude prentkaarten, reed ook ons wegverkeer links. 
Dat was ook de logica voor een voerman met paard en kar. 

In 1998 deed de Britse archeoloog Bryn Walters een interessante vondst. In de buurt van Swindon, in het zuidwesten van Engeland, vond hij de restanten van een steengroeve uit de Romeinse tijd. Er liepen sporen van de steengroeve af, die links dieper waren dan rechts. Dit suggereert dat de volgeladen wagens die van de groeve wegreden, aan de linkerkant reden en dat links rijden dus de regel was.

De verklaring hiervoor is dat men destijds vaak te paard ging en dat de (begeleidende) soldaten zwaarden droegen. 
Het was dé regel dat men bij een eventuele kruising steeds de wapens aan de rechterkant kon dragen om mekaar te lijf te gaan bij dreigend gevaar.

De meeste mensen waren waren immers rechtshandig en om een slag te kunnen afweren of te kunnen toebrengen was het dus makkelijker om aan de linkerkant te rijden, zodat potentiële aanvallers aan de kant van het zwaard moesten naderen. 


Onder voetgangers en fietsers is dergelijk principe trouwens nog steeds van toepassing.
Men kruist 'uit beleefdheid' aan de linkerkant, maar de gewelddadige ondertoon heeft plaats gemaakt voor 'het bewijzen dat men in vrede = zonder wapens wil kruisen'.

Een ander voordeel was dat rechtshandige personen een paard makkelijker konden bestijgen langs de linkerkant, wat ook verstandig is als de schede links hangt. 
Dit is trouwens een gewoonte die is blijven hangen, want ook tegenwoordig nog bestijgt men een paard meestal langs de linkerzijde. 


Ten slotte was het veiliger om vanuit de berm het paard te beklimmen en niet vanaf het midden van de weg. Links opstappen betekent dan ook automatisch links rijden.

Er bestond toen geen samenhangend geheel van verkeersregels, en men ging vaak van gewoontes uit die per streek kon verschillen.

Toen eind zeventiende eeuw in Frankrijk en de Verenigde Staten grote vervoerskarren zonder bok gebruikt gingen worden voor het transport van landbouwproducten, was rechts rijden immers de meest logische keuze. 
De grote karren werden vaak voortgetrokken door vier paarden en hadden geen bok. De bestuurder koos er dan voor om op het paard linksachter te gaan zitten. Hij kon dan met zijn rechterhand de zweep bedienen en daarmee alle paarden bereiken. 
De bestuurder wilde echter met zijn zweep geen tegenliggers raken en moest goed kunnen zien of tegenliggers met hun karren niet zijn wielen zouden raken. Daarom was rechts rijden verstandig.

Ook later volgde men deze redenering met huifkarren en postkoetsen.


De Franse Revolutie (1789) zorgde voor de standaardisering van het rechts rijden op het Europese continent. In de tijd die aan de revolutie voorafging, hadden de aristocratie en de hogere burgerij het ‘privilege’ om links te lopen/rijden, terwijl de plattelandsbevolking rechts liep. 

Toen Frankrijk vanaf 1789 overspoeld werd met geweld, koos de burgerij immers voor de rechterkant van de weg om zichzelf niet te veel in de kijker te spelen. 

De veroveringen van Napoleon zorgden er voor dat het rechts lopen en rijden in de meeste Europese landen (ook in de Nederlanden) werd ingevoerd, behalve in landen als Portugal, Oostenrijk-Hongarije, Zweden, Finland en op het eiland Groot-Brittannië. 
Napoleon nam dit besluit in 1794.


In Nederland kozen sommige steden ervoor om na het vertrek van de Fransen weer links te gaan rijden. Zo ook bijvoorbeeld Rotterdam. Op 7 mei 1917 was dit de laatste stad in Nederland die het links rijden afschafte.

Groot-Brittannië, dat niet door Napoleon veroverd werd, maakte het links rijden in 1835 wettelijk verplicht

Ook voor haar kolonies, en dit verklaart meteen ook waarom er in veel van deze Britse ex-kolonies – Pakistan, India, Australië en Zuid-Afrika – tot op de dag van vandaag nog steeds links gereden wordt. Behalve Egypte, dat van 1798-1801 bezet was door de legers van Napoleon.

Voor wat betreft het links rijden van de treinen in België moeten we eigenlijk zo’n 200 jaar teruggaan in de tijd.

In 1835 had België immers een enorme primeur te pakken: ons land kreeg toen de eerste spoorweg op het Europese vasteland. Deze reed tussen Brussel en Mechelen. 

De roots van de stoomlocomotieven liggen echter in het Verenigd Koninkrijk. 
Over Het Kanaal had men op dat moment immers al tien jaar ervaring in 'spoorverkeer'. 

De oorsprong van de keuze ligt in de lange historie van de spoorwegen in Europa sinds 1830. 

Op stoomlocomotieven hadden een machinist en een stoker dienst. De stoker zorgde dat het vuur onder de ketel bleef branden zodat er voldoende stoomdruk was om de locomotief te laten rijden. De machinist moest de 'seinpalen' langs de lijn kunnen waarnemen om te zien of hij mocht doorrijden of moest remmen.

Afhankelijk van de leverancier van de eerste stoomlocomotieven stond de machinist aan de linker- of rechterzijde van de locomotief, meestal was dit echter links, met vóór zijn neus de lange stoomketel. 
Seinpalen konden dus het best ook langs de linkerkant van het spoor staan (= aan de zijde waar de machinist het best langs de stoomketel naar voren kon kijken).


Het land was een inspiratie voor onze ingenieurs, en het is daarom ergens logisch dat ook al onze treinen nog altijd links rijden, en de seinrichting aan de linkerkant wordt geplaatst, zelfs al moet men geen rekening meer houden met de aanwezigheid van een stoker..

Men stelde zich daar eigenlijk ook weinig vragen over. Er was nog maar amper verkeer op de weg. 
En het gaat hier trouwens over een gesloten circuit, los van het wegverkeer. Dus er is geen reden om dat eventueel te willen veranderen.

Omdat het wisselen van rijrichting aan de grenzen lastig is, zijn in de loop der tijd steeds meer landen omgeschakeld naar rechts rijden, en daar hebben de Duitsers dan weer veel mee te maken. 

De Duitse bezetting leidde immers tot een omschakeling naar rechts rijden in Oostenrijk en Tsjechoslowakije, wat nadien voor het gemak niet meer is teruggedraaid.

Ook op het spoor hadden de Duitsers wel wat te zeggen. Die Duitse bezetting is dan ook ook de reden dat bijvoorbeeld het geval tussen het Luikse dorpje Montzen en de Duitse grens, ook in ons land de rechterkant heerst. 

Daar bevindt zich immers een gemeenschappelijk baanvak met Duitsland en rijdt de trein volgens de Duitse normen.

In Nederland was de stad Rotterdam op 7 mei 1917 de laatste die rechts rijden verplicht maakte.
Na de Franse tijd in Nederland (1795-1813) hadden sommige steden in Nederland het links rijden heringevoerd. In Rotterdam golden geen regels, maar ook hier kwam in 1917 een definitief einde aan.

In Japan houdt men sinds de Edo-periode links omdat de samoerais hun zwaard links droegen (ze waren doorgaans rechtshandig) en het aanraken van een samoeraizwaard gold als een zwaar vergrijp. 
Door een kruisende samoerai links te passeren liep men dus langs zijn rechterzijde en was er dus weinig kans zijn zwaard te raken. 
Ook hier gold dat het voor de drager van het zwaard makkelijker is om een slag af te weren of toe te brengen door links aan te houden.  Vergelijk met de reeds eerder aangehaalde ridders en Romeinen in onze contreien.

In Zweden werd tot in 1967 aan de linkerkant van de weg gereden. Omdat in de buurlanden rechts werd gereden besloot het Zweedse parlement om in Zweden ook rechts verkeer in te voeren. Dit gebeurde op 3 september 1967, de dag die bekendstaat als 'Dagen H.' 

Hier een afbeelding van de chaos die deze verandering met zich meebracht.


Een jaar later (1968) volgde IJsland. Op 2 april 1972 gebeurde hetzelfde in Nigeria en op 4 augustus 1974 in Ghana. Begin september 2009 veranderde in Samoa de verplichte rijrichting juist van rechts naar links, dit om de invoer van auto's uit naburige landen (Australië, Nieuw-Zeeland) te vergemakkelijken.

In Bolivia moet op de Camino de la Muerte, die vanwege de combinatie van diepe ravijnen en de smalle wegbreedte wel de gevaarlijkste weg van de wereld heet te zijn, links worden gereden (dit staat op borden in het Spaans en Engels aangegeven), zodat de chauffeur van de auto aan de afgrondkant de rand van de weg beter kan zien.

Landen die ook nog steeds het Britse voorbeeld volgen zijn Italië, Zweden en India. In dat laatste land is dat nog een overblijfsel van het koloniale beleid van het Verenigd Koninkrijk.

In enkele situaties rijden onze treinen uitzonderlijk toch op het rechtse spoor. Dat is bijvoorbeeld het geval als er infrastructuurwerken zijn. 

Dergelijk 'maneuver' noemen we dan ‘rijden op tegenspoor’. De trein rijdt dan expres 'aan de verkeerde kant'. 
Dat kan ook het geval zijn als er voorwerpen op het spoor liggen, er een ongeval is gebeurd, als een trein pech heeft of bij heel druk verkeer.

De bestuurder houdt dan geen rekening met de signalisatie aan de linkerkant, maar met de (knipperende) seinen aan de rechterkant.

Het links of rechts rijden, of het nu op het spoor of op het water of te land is, heeft trouwens een grote impact op het verloop van het verkeer. 
Wanneer landen waar men links rijdt grenzen aan landen waar men rechts rijdt, moet bij grensovergangen immers aan de grens 'van kant gewisseld worden'. Dit probleem kan op verschillende manieren worden opgelost:

- Er is geen landgrens maar een watergrens die slechts per boot kan worden overgestoken. Dit geldt voor eilandstaten en voor plaatsen waar de grens gevormd wordt door een rivier die slechts per (auto)veerpont kan worden gepasseerd. In dit geval begint men meteen bij aankomst aan de andere (correcte) kant te rijden.

- De rijbanen worden gescheiden en kruisen elkaar gelijkvloers, al dan niet met behulp van verkeerslichten.

- De rijbanen worden gescheiden en kruisen elkaar ongelijkvloers, via bruggen of tunnels, zodat het verkeer sneller kan doorstromen.

- Geen enkele voorziening; men dient simpelweg zelf van kant te wisselen. Dit kan alleen bij zeer rustige grensovergangen, aangezien dit bij drukte tot gevaarlijke situaties kan leiden.
Vaak worden waarschuwingsborden geplaatst zowel aan de grensovergang zelf als daarna. Deze borden treft men soms ook aan bij het verlaten van havens en vliegvelden.

Momenteel rijdt de trein in België, Italië, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland en delen van Frankrijk dus nog steeds links, terwijl het overige verkeer rechts rijdt. 
In Nederland kunnen treinen aan beide kanten van het spoor rijden. Op een stuk spoor bij Utrecht Centraal bijvoorbeeld. Ook op baanvakken op de grens met België rijden de Nederlanders links. Op de HSL rijden alle treinen ook links, ze zijn immers onderweg naar linksrijdend België en Frankrijk en er is geen overig verkeer.

Geen wereldschokkende gebeurtenis dus, maar misschien toch interessant om de oorsprong hiervan eens te kennen?


Bronnen

De Telegraaf 24/03/2008
Spoorweggeschiedenis
Romeins soldaat (foto Wikipedia)
Bokt.nl (foto paard bestijgen langs linkerkant)
IsGeschiedenis (Schilderij James Pollard, 'London Faringdon Coach')
CanonVanVlaanderen.be (Schilderij Jacques-Louis David 'Napoleon' 1812)
Trainworld.be (Afbeelding 'station Kapellen')
Senior Service Cigarettes (Afbeelding bestuurder links, stoker rechts, 1938)
RareHistoricalPhotos.com (Afbeelding Kungsgatan, Stockholm, on Dagen H)
Historiek.net 05/04/2023