We schrijven het jaar 2024 ... 25 Jaar geleden kwam er een wet die vrouwen toeliet om nachtwerk te doen, en dat onder dezelfde voorwaarden als de mannen.
De eerste opleidingen waar vrouwen welkom waren, begonnen dus in 1999 en eind 2000 was het dan zover : de eerste vrouwelijke treinbestuurder in regio Antwerpen was een feit.
Dat het toen wel allemaal wettelijk omkaderd was, was echter nog niet echt te zien in de praktijk.
In de depots was er vaak maar één toilet voorzien, in één kleedkamer, gezamenlijk voor de mannen en de vrouwen.
Ook in de kledij was men nog niet echt mee geëvolueerd. Schoenen die twee maten te groot waren (schoenmaat 36 was een utopie), en voor de kledij net hetzelfde.
Als vrouw in een typische mannenwereld moest je toen uiteraard zwaar opboksen tegen stereotypes. Er waren veel collega's die vonden dat vrouwen echt niet in een stuurpost thuishoorden.
Zo kwam het dat de eerste dames die belden naar een seinhuis in verband met een sein of toelating, vaak de vraag kregen wie de bestuurder was.
Uiteraard is dat ondertussen allemaal veranderd. Het aandeel vrouwen 'on the field' stijgt jaar na jaar, en dat geldt zowel voor de bestuurders, treinbegeleiders, technische profielen en ga zo maar door.
Hoewel het nog steeds zo is dat mensen wel eens verschrikt opkijken als ze een vrouwelijke bestuurder zien in- of uitstappen, is het tegenwoordig wel algemeen aanvaard dat er niet meer gediscrimineerd wordt op geslacht.
In 2019, twintig jaar na de eerste lichting dus, was het aantal vrouwen onder de werknemers reeds gegroeid tot bijna een derde van het personeelsbestand.
Er werden dat jaar zo'n 390 vrouwen aangeworven, vier op de tien nieuwe treinbegeleiders was een vrouw.
De stijgende trend zet zich trouwens nog steeds voort, en het is dus zeker niet ondenkbaar of 'zelden' dat de rit gereden of begeleid wordt door een vrouw. Of dat je vrouwen ziet werken bij de teams van Infrabel ...
Hoe het ooit allemaal zo ver gekomen is?
De eerste Belgische spoorwegmannen verschenen in 1834 met het begin van het Belgische spoorwegavontuur.
Spoormannen: ja, spoorvrouwen: absoluut (nog) niet!
In die tijd was werk voor vrouwen immers alleen denkbaar in de arbeidersklasse die op de rand van de armoede leefde. Denken we maar aan de woelige periode van Daens waar kinderen en vrouwen vooral ingezet werden om de vuile en gevaarlijke klusjes te klaren.
Het werk aan de spoorweg is trouwens op zijn minst 'speciaal' te noemen.
Het is een zware job die veel eist van je lichaam, en waarbij grote fysieke inspanning vereist is. We spreken dan niet enkel over het werk op zich (concentratie, verantwoordelijkheid, klaarmaken treinen, werken aan wissels, ...) maar ook over de heel onregelmatige uren met elke dag een ander werkschema en werkritme.
Vanaf het midden van de 19e eeuw nam de 'Administration des Chemins de fer de l'État belge' een vrij groot aantal vrouwen in dienst.
Als echtgenotes, dochters of zusters van spoorwegarbeiders werden ze meestal geposteerd bij spoorwegovergangen met een wachtershuisje en kregen de titel van overwegwachtsters. .
Ze werden hiervoor wel vergoed, maar vaak werden ze zonder loon aangeworven, waarbij het gratis gebruik van het huisje als voldoende beloning 'in natura' werd beschouwd.
De vrouwen, vaak thuiswerkende dames, verlieten het huis maar zelden. Ze dienden immers voor het huishouden te zorgen. Het was dus eigenlijk een win-win, gezien ze toch altijd thuis waren, om de post als bewaakster er ook nog bij te nemen en in actie te treden wanneer de treinen passeerden.
Hierbij een afbeelding, naar een schilderij van James Thiriar, dat dergelijke overwegwachtster 'in actie' laat zien.
Aanvankelijk werkten de vrouwen zo'n 14 uur per dag, maar de Eerste Wereldoorlog maakte hier een eind aan.
Er kwamen reglementen en richtlijnen en vrouwen en kinderen mochten niet meer werken tussen 22 uur 's avonds en 6 uur 's morgens. In die tijdspanne nam de echtgenoot de taak van zijn vrouw over.
Ook de latere 8-urendag veranderde het werkschema van de overwegwachtster nog meer.
In 1926, toen NMBS werd opgericht, waren de overwegwachtsters tijdelijk personeel. Ze waren niet benoemd en hadden niet het recht op hetzelfde pensioen als het personeel van NMBS. Ze werden tweewekelijks betaald door het station waar ze vanaf hingen.
Het beroep verdween geleidelijk tijdens de jaren 1960. NMBS was sinds 1968 immers gestart met een uitgebreid moderniseringsprogramma en de automatisering van overwegen.
Waar mogelijk werden de overwegen ook vervangen door een tunnel of een brug.
1999 betekende uiteindelijk het definitieve einde van het beroep van overwegwachter.
De eerste écht gereglementeerde banen voor vrouwen werden 'Hulpklerk' en 'Hulpontvanger'.
De mogelijkheid voor vrouwen om bij de toen nog 'Staatsspoorwegen' te gaan werken, werd mogelijk gemaakt door het Koninklijk Besluit van 19 december 1881.
De eerste functie die werd opengesteld voor vrouwen was hulpklerk.
Dit was graad 11, de laagste hiërarchische graad.
De aanwervingsvoorwaarden waren gelijk voor mannen en vrouwen, behalve dat van vrouwen wel vereist werd dat ze leefden in gezinsverband of bij hun ouders in de gemeente waar zij in functie wilden treden.
Assistent-klerken hielpen bij het klasseren van boekhoudkundige stukken en het afleveren en controleren van de vervoersbewijzen.
Officieel kon het dus, maar in de praktijk was er nog maar weinig van te zien. Aan het eind van 1882 telde dit 'lager personeel' van de Staatsspoorwegen nog maar amper veertien vrouwen.
In de stations waren er, naast de boekhoudkundige taken of het beheer van vervoersbewijzen, ook vrouwen belast met taken op het vlak van hygiëne. Anderen stonden in voor de kiosken (verkoop van boeken of kranten aan de reizigers).
Het loon was erg variabel, dit kon variëren van 15 tot 150 frank per maand, en hing af van het belang van het station waar men tewerkgesteld was.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stonden vrouwen ook in voor het reinigen van de buitenkant van de locomotieven en de schaafmachines in de werkplaatsen.
In de periode tussen de twee oorlogen was de NMBS trouwens één van de eerste grote Belgische ondernemingen die mechanica ging gebruiken, en ook daarvoor werden vrouwen ingezet.
In 1890 werd op 10 april een nieuwe wet aangenomen, die vrouwen expliciet recht gaf op toegang tot alle universitaire graden, daarbij inbegrepen die van arts en apotheker.
Daardoor ook is ook de grote aanwezigheid te verklaren van verpleegsters in spoorwegstations om de soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog te verzorgen.
In 1929, voerde de NMBS ook de medische dienst in.
Deze dienst komt (nog steeds) tussen bij arbeidsongevallen en staat in voor de regelmatige controle van bepaalde personeelscategorieën. In sommige stations in het land, zoals het Brusselse Noordstation, werden medische antennes geïnstalleerd.
In het begin wierf NMBS vooral verpleegsters aan.
Van vrouwelijke artsen of maatschappelijk werksters was toen nog geen sprake. Daar werd pas rond 1976 werk van gemaakt door ook vrouwelijke artsen aan te werven op regelmatige basis.
Van vrouwelijke artsen of maatschappelijk werksters was toen nog geen sprake. Daar werd pas rond 1976 werk van gemaakt door ook vrouwelijke artsen aan te werven op regelmatige basis.
Ook de sociale werken zagen het levenslicht tijdens de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald in 1941, toen de NMBS besloot om tehuizen of opvangcentra op te richten voor de kinderen van haar personeel.
Tijdens de oorlog waren het de volgende zes, die bijna 6000 kinderen opvingen:
Mont-Comblain (bij Comblain-au-Pont) vanaf 1941, Kiewit (bij Hasselt), Noisy (bij Celles) en Solre Saint-Géry (aan de Franse grens) vanaf 1942, Jehay-Bodegnée (bij Hoei) in 1943, en Colonheid (bij Nessonvaux) in 1944.
Ook tegenwoordig nog komt de NMBS tussen bij kampen en dergelijke.
Om voor de bewoners te zorgen moest personeel aangenomen worden, en dat werden dan ook voornamelijk vrouwen.
We spreken hier dan over directrices, maatschappelijk werksters, verpleegsters, keukenpersoneel (inclusief koks) en onderhoudspersoneel.
Ook hier werden vooral echtgenotes of dochters van spoorwegpersoneel aangeworven voor banen waarvoor geen diploma vereist was.
Het was de Wereldtentoonstelling van 1958 die ook een belangrijk steentje bijdroeg in de aanwervingen van vrouwen.
De hostessen van het spoor werden namelijk voor het eerst ingezet in het Spoorwegpaviljoen van de maatschappij en ook in de belangrijkste Belgische spoorwegstations stonden ze paraat om de bezoekers te verwelkomen en te begeleiden.
Speciaal voor dit groots evenement dienden ze een intensieve, twee maanden durende, stage te volgen met specialisten van de commerciële dienst om de kneepjes van het vak te kunnen aanleren en reizigers op een professionele manier te ontvangen en te informeren.
Het was hun taak om informatie te verstrekken over de dienstregeling en de prijzen voor internationale Europese treindiensten (de TEE), te zorgen voor de reserveringen van zit- en ligplaatsen, telefonisch NMBS-minitrips te bestellen en vervoersbewijzen te verstrekken.
Hun uniform bestond uit een outfit van koningsblauwe stof, met twee zakken en een hoedje met een gevleugeld wiel, en daarboven de koninklijke kroon.
Hostessen werden ook zorgvuldig geselecteerd volgens hun kennis van vreemde talen, en ze waren ook goed op de hoogte van de algemene en spoorwegcultuur, zodat ze hun taak perfect konden uitvoeren.
De toenmalige directie was eigenlijk van plan deze hostessen, die in 1957 als contractueel waren aangeworven, enkel voor de duur van de Expo te gebruiken. Dit zou betekenen dat ze hun functie zouden behouden tot 17 oktober 1958.
De contracten werden daarna echter telkens met zes maanden verlengd. De dames dienden wel rekening te houden met enkele regeltjes die eigenlijk de mentaliteit van die tijd goed weerspiegelden.
Zo mochten ze niet trouwen, en er was een leeftijdsgrens van 35, daarna 40 jaar.
Zo mochten ze niet trouwen, en er was een leeftijdsgrens van 35, daarna 40 jaar.
Vanaf het einde van de jaren 1960 werd aandacht besteed aan de verbetering van de positie van vrouwelijke werknemers. Ze konden dan ook deelnemen aan de bevorderingsproeven voor toegang tot de rangen van klerk of redacteur (typewerk, algemeen administratief werk).
De jaren 1970 markeerden het begin van de regelmatige aanwerving van vrouwen.
In 1972 kwam er een eerste statutaire aanstelling voor de voormalige 'hostessen', dat ‘belast was met andere functies van hetzelfde niveau’ en verdwenen deze, tegenwoordig absurd lijkende, regels.
In 1974 werden een twintigtal vrouwelijke opstellers aangeworven, uitsluitend voor de Personeelsdirectie, onder het statuut van ‘gestabiliseerd tijdelijk personeel’.
Dit statuut werd toen zo genoemd omdat het erin voorzag dat dit tijdelijk personeel beschouwd werd als titularis van een kaderpost. De aanwervingen van vrouwelijke opstellers en klerken werden daarna ook uitgebreid tot de andere directies.
Dit statuut werd toen zo genoemd omdat het erin voorzag dat dit tijdelijk personeel beschouwd werd als titularis van een kaderpost. De aanwervingen van vrouwelijke opstellers en klerken werden daarna ook uitgebreid tot de andere directies.
Men begon dan ook met het aannemen van universitairen voor verschillende ondersteunende activiteiten, zoals communicatie en juridische dienstverlening.
In de loop van de tijd is de functie van de oorspronkelijke hostess van het spoor steeds blijven evolueren.
Ze werden 'informatiehostess' genoemd, of 'onthaalbediende', 'commercieel bediende', 'verkeersinfobediende', 'loketbediende' of 'omroepster', ...
Wat de naamgeving ook was, de rode draad van hun functies was en blijft reizigersinformatie.
Deze dames hebben de volgende extra missies:
- verkoop van tickets - aan de balie of via de telefoondienst,
- aankondiging door de luidsprekers van de stations,
- VIP-ontvangst en check-in van de Eurostar (sedert 1994) op Belgisch grondgebied.
Het percentage vrouwen die dit beroep uitoefenen blijft evolueren. Ook het beroep zelf blijft continu evolueren.
Die evoluties zijn trouwens terug te brengen naar het jaar 1979.
Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) werd toen goedgekeurd en dit verdrag omvat eigenlijk alle aspecten om discriminatie in het openbare en privéleven van vrouwen te bannen. Vanaf dat moment, beginnen vrouwen met het uitoefenen van mannelijke beroepen.
Dat dit verdrag onmiddellijk veel impact had, was ook goed te zien 'on the field'.
Hierbij een advertentie uit dat jaar die de post van secretaris vanaf nu ook openstelt als secretaresse ...
In 1979 wierf NMBS bijvoorbeeld ook de eerste treinbegeleidsters aan.
Na een paar weken opleiding stonden de treinbegeleidsters alleen op het terrein met de taak vervoersbewijzen te controleren, toezicht te houden bij het instappen, informatie te geven aan de reizigers ....
Van treinwachters, hoofdwachters naar treinbegeleidsters dus ... Een mooi parcours.
Het aantal vrouwen aan boord van de treinen neemt sterk toe: van 6% in het begin tot 34% in 2019!
Niet enkel treinbegeleidsters trouwens, maar ook de (onder)stationschef (adjunct) kreeg steeds vaker en vaker een vrouwelijke medewerker achter de titel. Dat verliep trouwens ook al eerder moeizaam.
De functie bestaat immers al van bij het verschijnen van de eerste grote stations, maar zoals bij zovele voorbeelden ... nog steeds geen vrouw te zien.
Van het begin tot het midden van de twintigste eeuw woonden de meeste stationschefs ter plaatse, hetzij in het station zelf, boven of in aangrenzende kamers, of in een naburig huis.
Hun vrouw was dan vaak overwegwachster (zie eerder). Een alleenstaande vrouw mocht in die tijd immers niet alleen wonen.
Bovendien moest de stationschef, naast zijn hoofdtaak om de algemene leiding van het station te verzekeren, af en toe reizigers aanspreken of beboeten in de wachtkamer of op de perrons, wanneer zij de voorschriften overtraden. Het station, een publieke plaats die een grote menigte bijeenbrengt, trekt immers ook toeschouwers, landlopers en vechters aan. Dat was toen zo, en dat is nu nog steeds jammer genoeg niet anders.
Het was gewoon ondenkbaar dat een vrouw dit soort problemen zou moeten oplossen, en bovendien voorzag de Belgische wetgever in een groot aantal beperkingen op de tewerkstelling van vrouwen, met het oog op de bescherming van hun 'delicate gezondheid'.
In 1979 (opnieuw dat 'magische jaar') zorgde een aanpassing van de interne regelgeving ervoor dat enkele posten opengesteld werden voor vrouwen, maar het is pas dankzij de wet van 1984 dat dit ook effectief doorgetrokken werd naar het merendeel van de jobs.
Het bericht bepaalde onder andere dat de Onderstationschef 1e klasse en de klerk van de beweging voortaan vrouwen mochten zijn.
De aanwerving is natuurlijk één, maar een ander belangrijk punt waren de aanpassingen die dienden te gebeuren om ook vrouwelijke personeelsleden te kunnen ontvangen.
Concrete problemen die ze tegenkwamen, waren bijvoorbeeld om hen te kunnen voorzien van sanitaire voorzieningen en kleedkamers. Die dienden gescheiden te zijn van die van de mannen, maar de enige beschikbare voorzieningen waren vaak vervallen en zeer rudimentair.
Ook de wetgeving die het nachtwerk van vrouwen beperkte, irriteerde vaak de mannelijke collega's die betrokken waren bij ‘gemengde’ teams. Zij dienden immers meer nachten te doen dan hun vrouwelijke collega's.
Het was pas in de vroege jaren 1990 dat de eerste vrouwen met ‘rode kepie’ te zien waren. Deze eerste (onder)stationschefs (adjunct) werkten in de bundel (vergelijk dit met een 'parking voor treinen'), op de perrons in het station of in de dispatching (centraal/regionaal).
Hun taken varieerden van het coördineren van operaties zodat treinen op tijd en veilig konden aankomen en vertrekken, het organiseren en controleren van rangeringen, het real-time beheer van alle passagierstreinen, tot communicatie als centraal aanspreekpunt met klanten.
Zo, de treinen rijden, de opvolging ervan is verzekerd, maar over één belangrijk punt binnen het spoorverkeer heb ik het nog niet echt gehad. Eigenlijk ook meteen het belangrijkste punt : de veiligheid!
Reeds van bij het ontstaan van de Belgische spoorwegen in 1835 werd een spoorwegpolitie opgericht met als belangrijkste taken het garanderen van de beveiliging van de stations en andere gebouwen, alsook het verzekeren van de veiligheid van spoorwegmedewerkers en -klanten.
Een geheel aan taken dat tot 1979 door de Belgische wetgeving en in de interne regelgeving van de NMBS aan mannen werd toegeschreven, laat stilletjesaan ook vrouwen toe. Het is dan ook in dat jaar dat de eerste vrouwelijke agenten bij de spoorwegpolitie verschijnen, zij het toen enkel nog maar in back-office.
In 1993 veroverden vrouwen echter het terrein en twee vrouwen startten een loopbaan bij de operationele diensten.
Met de hervorming van de politie en de rijkswacht in 1999 neemt de Belgische spoorwegpolitie een nieuwe veiligheidstaak op zich : B-security, dat in hoofdzaak de camerabewaking verzekert van de gebouwen en haar personeel.
Voor de monitoring van de camerabeelden beschikte de NMBS over 4 controlezalen en heel wat personeel, waaronder dus ook een aantal vrouwen.
We schrijven 2005 als ook Sécurail het licht ziet.
Deze dienst staat in voor de veiligheid van iedereen die gebruik maakt van de spoorweginfrastructuur en de treinen, maar voert ook de strijd tegen het zwartrijden en vandalisme.
Doorheen de jaren zal ook deze dienst meer en meer vrouwen aanwerven.
Van de 605 personeelsleden die vandaag de verschillende veiligheidsfuncties uitvoeren zijn er 100 een vrouw, maar ook daar is een belangrijke stijging te zien.
Lange tijd achtte de Belgische wetgever de beperkingen van het beroep 'treinbestuurder' onverenigbaar met het vrouwelijk geslacht, vooral vanwege de onregelmatige werktijden.
Bovendien moeten de bestuurders hun machines zelf repareren bij pech, dus fysieke kracht is vereist. Er waren ook nog andere nadelen voor vrouwen, zoals het ontbreken van sanitaire voorzieningen op goederentreinen. Geen vrouwen dus in de locomotieven ...
Op 17 februari 1997 keurde de Belgische staat een wet goed waarbij het verbod op nachtarbeid voor vrouwen werd opgeheven. Amper twee jaar later waren de eerste vrouwen in de stuurpost van een trein een feit!
En nog steeds is het niet gedaan.
In juli 1999, nog steeds in het kader van het gelijkekansenbeleid, besloot NMBS een bewustmakingscampagne te voeren om de aanwerving van vrouwen bij NMBS te bevorderen.
In alle beroepen samen neemt het aantal vrouwelijke NMBS-medewerkers jaar na jaar structureel toe.
Zo verschenen ook snel de eerste vrouwelijke regelaars, dispatchers en rangeerders bij de spoorwegen ... En we vinden sedertdien ook vrouwelijke seingevers, burgerlijk ingenieurs, technische (onder-)sectorchefs, opleiders/instructeurs, electromechaniekers, lassers .....
In 2006 rekruteerde NMBS de eerste vrouwelijke bovenleidingwerker van het land.
Hier een filmpje met een interview met Yvette Pons, de eerste vrouwelijke treinbestuurster in België en Stefanie Berat, de eerste vrouwelijke treinbestuurder in Antwerpen.
Zelfs op de hogere niveaus staat 'de vrouweninvasie' niet stil.
In 2003 was Christiane Van Rijckeghem de eerste vrouw die bij NMBS tot directrice werd benoemd.
Het jaar daarop (2004) werd de functie van voorzitter van de Raad van Bestuur van NMBS aan een vrouw toegekend: Edmée De Groeve.
Zij hechtte het grootste belang aan vrouwen in de samenleving en introduceerde, met de steun van de toenmalige vicepremier, Laurette Onkelinckx, het concept van de ‘Ladies Day’. Het doel? Vrouwen een dag per jaar de kans geven om de specifieke problemen in hun beroepsleven aan te kaarten, naar ze te luisteren en te reageren. Dit was een stap vooruit wat betreft het rekening houden met vrouwen in de mannenwereld die NMBS tot voor kort was.
Als bekroning van deze bliksemsnelle opkomst van vrouwen tot de hoogste functies werd eind 2016 de functie van CEO van NMBS aan een vrouw toegekend. Dit was een ware primeur voor de Belgische spoorwegen! Sophie Dutordoir werd de eerste vrouw aan het hoofd van NMBS, een functie die ze tot op heden nog steeds vol overgave vervult.
De vooruitgang staat, zoals reeds werd aangehaald, niet stil.
Vanaf 2019 lanceerde de NMBS geautomatiseerde aankondigingen (EMMA-project), waardoor de 'live' omroepen (en dus ook de omroepsters) stilletjesaan tot het verleden behoren.
Op enkele uitzonderingen na, want voor dringende communicaties, waar geen 'bandje' voor is, worden vaak ook nog verkeersinfobediendes ingeschakeld.
Ook de loketten van kleine en middelgrote stations sluiten langzamerhand en maken plaats voor automaten en andere online betaalmiddelen.
Minder personeel dus?
Ja ... en neen. Eerder een herschikking, want ook al veranderen de tools, het zijn nog altijd vrouwen (en mannen) die achter deze ontwikkelingen en hun implementatie bij het publiek staan.
Er zijn nog altijd bestuurders en treinbegeleiders nodig om de trein van punt A naar punt B te leiden.
Er zijn nog steeds seinhuizen, verkeersinfobediendes, spoorwegarbeiders, medewerkers klantendienst, social mediateams, ... nodig ... en dus natuurlijk ook nog steeds vrouwen (en mannen!) ...
Er zijn nog steeds seinhuizen, verkeersinfobediendes, spoorwegarbeiders, medewerkers klantendienst, social mediateams, ... nodig ... en dus natuurlijk ook nog steeds vrouwen (en mannen!) ...
Sommige vrouwen solliciteren niet voor jobs waarvan ze, ten onrechte, denken dat die “enkel voor mannen” zijn. Een keuze die al heel vroeg wordt gemaakt, want meisjes die gaan voor een technische richting zijn nog steeds dun gezaaid.
Om het percentage van vrouwen in de personeelssamenstelling te verhogen gaan de spoorwegen bewust in tegen stereotypen in aanwervingscampagnes.
Ze adverteren in media die zich exclusief richten tot vrouwen en zijn aanwezig op evenementen die vrouwen in de kijker zetten in overwegend mannelijke beroepen. In de campagnes ligt het accent bovendien op non-discriminatie, want bij de spoorwegen geldt "gelijk loon voor gelijk werk"!
Op 11 februari 2022 kreeg NMBS een diversiteitslabel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geldig van 2022 tot 2024.
Bovendien zet de onderneming zich in voor het 'Women in Rail agreement' tussen de CER (Community of European Railway and Infrastructure Companies) en de ETF (Europese Transport Federatie), dat de spoorwegsector aantrekkelijker wil maken voor vrouwen.
Er zijn binnen het spoorwegjargon trouwens nog wel wat vrouwennamen te vinden : zo hebben we een Emma (het systeem van aankondigingen), een Linda (nieuwe vertrekprocedure via smartphone en -watch), en vroeger hadden we al een Ivette (ticketting- en informatiesysteem), ...
Geslacht, leeftijd en afkomst doen er niet toe; wat telt bij NMBS, is enthousiasme en passie voor de reiziger en voor duurzame mobiliteit.
Dat is trouwens ook te merken in de reclameboodschappen ....
De NMBS reclame doorbrak in 2022 als één van de eerste adverteerders het stereotype van de reclameboodschappen op gebied van sexe en kleur.
De NMBS toonde toen een zwarte jongedame in close up. Er was geen witte man noch vrouw die haar flankeerde en ze speelde de hoofdrol dus voor de volle 100%.
De zwarte vrouw kwam niet als exotisch lustobject in beeld, zoals het seksistisch stereotype wou, noch in een traditionele genderrol van huishouden en hoofdverantwoordelijke voor het gezin.
En, neen, ze prees ook geen lichaamsverzorgingsproduct of parfum aan, zoals dat met de weinige zwarte vrouwen in reclame toen wel vaker het geval was.
In de NMBS reclame was, en is, de gekleurde vrouw arbeidsactief. Ze is treinbegeleider. Ze doet de trein vertrekken en begeleidt de reizigers tot aan hun bestemming.
Hier nog een filmpje dat 2 jaar geleden (2022) werd uitgebracht ter gelegenheid van de Internationale dag van de rechten van de vrouw.
De boodschap luidt dat wij 'een kruis maken over elke vorm van vooroordeel op de werkvloer'
Op onderstaande grafiek is trouwens te zien dat het aandeel vrouwen binnen het spoorwegwezen aanzienlijk blijft stijgen ...
Solliciteren?
Als vrouw of als man? Of trans?
Als 'witte Belg' of 'persoon met een andere origine'?
Jong of met reeds wat jaren op de teller?
Neem een kijkje naar de openstaande functies en solliciteer! nmbs.be/jobs
Bronnen :
Het Nieuwsblad 8/3/2023
belgiantrain.be : diversiteit en inclusie
Affiche aanwervingscampagne 1999
jobs.belgiantrain.be
Bruzz.be Expo 'vrouwen en het spoor' - rondtrekkende tentoonstelling
zorrola.be 5/5/2022
Facebook NMBS : afbeelding 'gevleugeld wiel'
NMBS TV filmpje via YouTube
NMBS TV filmpje via YouTube
Spoorwegwachtster 1850, schilderij James Thiriar
press.nmbs 8/3/2020
'Vrouwen bij de NMBS, zwak vertegenwoordigd', Actueel nr 10/1986
radio 2 reportage (Margaux van de regio) 8/3/2023
Trainworld
'Une femme de fer sur les rails', Francine Hendrick, quotidien La Meuse 22/07/1999