Nieuws van 't spoor

--------- Geniet van de reis, of het nu werk-, school of vrije tijdsgerelateerd is ! --------

dinsdag 20 augustus 2024

Taalwetgeving op en rond het spoor

Het is al vaker een punt van discussie geweest : de taal die gehanteerd wordt door het personeel in stations of treinen. 


Men kan uiteraard nooit goed doen voor iedereen, en men kan niet verwachten van elke medewerker dat hij/zij polyglot is, maar eigenlijk is het heel simpel. De personeelsleden van de NMBS dienen ten allen tijde de taalwetgeving te volgen. 


Dat er bijvoorbeeld in Gent enkel in het Nederlands wordt omgeroepen, is ook een deeltje van de taalwetgeving. Je kan erover discuteren, maar het boven aangehaalde voorbeeld is eigenlijk te absurd voor woorden. In Frankrijk, UK, Duitsland, Spanje of Italië zal men ook geen Nederlands spreken, hoewel er daar ook heel wat toeristen rondlopen. 

In België, waar taalkwesties cruciaal zijn in het 'communautair' spanningsveld dat de nationale politiek grotendeels beheerst, zijn deze taalgebieden wettelijk afgebakend bij het vastleggen van de taalgrens in 1962.
Artikel 4 van de Belgische Grondwet bepaalt:

"België omvat vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied. Elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van één van deze taalgebieden".
In het Frans wordt het woord régions linguistiques (= taalgebieden) gebruikt, dat dan soms aanleiding geeft tot verwarring met de 'régions' (= onze 'gewesten'). 
Het verschil zit daarin dat het Duitse taalgebied geen zelfstandig gewest is maar voor regionale materies onder het Waalse gewest valt.


Op zichzelf vormen de taalgebieden geen bestuurlijke entiteiten. Zij liggen wel aan de basis voor de indeling van het bestuur in drie gewesten en drie gemeenschappen. De taalwetgeving in België verwijst dan ook naar deze bewuste gebieden.

De Grondwet bepaalt verder nog dat de grenzen van die taalgebieden niet kunnen gewijzigd of gecorrigeerd worden dan door een bijzondere wet.

Naar het spoor nu  ...

De uitoefening van de veiligheidsfunctie van begeleider van reizigerstreinen vereist een talenkennis die "moet toelaten om, met alle beschikbare communicatiemiddelen te communiceren met het veiligheidspersoneel van de IB (Infrastructuurbeheerder = Infrabel). De wetteksten betreffende de talenkennis, vereist voor het veiligheidspersoneel, zijn opgenomen in het KB 15/5/2011".  

De talenkennis van het veiligheidspersoneel van de IG (Infrastructuurgebruiker = NMBS) moet minstens toelaten een gesprek te voeren en informatie over veiligheid, werkorganisatie en regelmaat van het treinverkeer uit te wisselen, conform de voorschriften die zijn opgenomen in het VVESI (Veiligheidsvoorschriften voor de Exploitatie van de Spoorweginfrastructuur).  

De dienstmededelingen tussen het personeel van de IB en de SO (= Spoorwegonderneming) en haar hulpondernemingen, worden zowel in normale omstandigheden als bij verstoord verkeer uitgewisseld in het Nederlands of het Frans naargelang de taal (eentalig of tweetalig) die de IB toepast op de gebruikte infrastructuur. 

Conform het KB 15/5/2011, wordt de talenkennis geëvalueerd bij de certificering. Het slagen voor deze test wordt vermeld op het attest van beroepskennis van de treinbegeleider.

In geval de communicatie tussen 2 gesprekspartners gaat over de veiligheid, is het van het grootste belang dat de uitgewisselde informatie correct is. 

De kleinste fout kan namelijk enorm zware gevolgen hebben. 

Conform de reglementering, opgenomen in het handboek van de treinbegeleider, moet dan ook het internationale spellingsalfabet gebruikt worden voor het spellen van woorden en termen. 



Hierbij heel belangrijk is ook dat het gebruik van dialect en/of plaatselijke uitdrukkingen ten allen tijde is verboden. 
De gesprekspartners moeten de beide talen correct gebruiken zodat elke kans op misverstand wordt uitgesloten.

Dus : 

In Nederlands-/Vlaamstalig gebied communiceren we uitsluitend in het Nederlands
In Franstalig gebied communiceren we uitsluitend in het Frans
In Duitstalig gebied communiceren we uitsluitend in het Frans (Wallonië) of het Duits (indien gekend)

In tweetalig gebied wordt eerst omgeroepen in de moedertaal van de begeleider, daarna in de tweede landstaal.

Hier een lijstje van de tweetalige gebieden

Arcaden / Arcades  -  St Agatha Berchem / Berchem Ste Agathe  -  Bockstael / Bockstael  -  Bosvoorde / Boitsfort  -  Boondaal / Boondael  -  Bordet / Bordet  -  Brussel-Centraal / Bruxelles-Central  -  Brussel-Kapellekerk / Bruxelles-Chapelle  -  Brussel-Congres / Bruxelles-Congres  -  Brussel-Zuid / Bruxelles-Midi  -  Brussel-Noord / Bruxelles-Nord  -  Brussel-Luxemburg / Bruxelles-Luxembourg  -  Brussel-West / Bruxelles-Ouest  -  Brussel-Schuman / Bruxelles-Schuman  -  Delta / Delta  -  Etterbeek / Etterbeek  -  Evere / Evere  -  Vorst-Oost / Forest-Est  -  Vorst-Zuid / Forest-Midi  -  Mouterij / Germoir  -  Haren / Haren  -  Haren-Zuid / Haren-Sud  -  Jette / Jette  -  Schaarbeek / Schaerbeek  -  Simonis / Simonis  -  St-Job / St-Job  -  Thurn en Taxi / Tour et Taxis  -  Ukkel-Kalevoet / Uccle-Calevoet  -   Ukkel-Stalle / Uccle-Stalle  -  Diesdelle / Vivier d'Oie  -  Watermaal / Watermael

Op pancarten en in brochures worden grote steden vaak ook nog aangeduid met de 'vertaling' erbij. Zo zal je in sommige communicaties wel eens bestemming 'Alost', 'Gand' of 'Anvers' tegenkomen, terwijl het perfect mogelijk is om ook naar 'Luik', 'Namen' of 'Aat' te reizen. 
En voor de Duitstaligen : Amblève wordt Amel, Bullange staat gelijk aan 'Büllingen' en 'Néau' kennen we uiteraard allemaal beter als 'Eupen'.

In bovenstaande gevallen spreken we dan over 'endoniemen' en 'exoniemen'. 

Een endoniem is een topografische naam in de taal die in de desbetreffende plaats wordt gesproken (vb 'Liège' in 'Luik'. Een exoniem is een topografische naam in een andere taal dan de plaatselijke taal (vb 'Alost' voor 'Aalst').

Helemaal 'leuk' wordt het dan natuurlijk voor een stad als 'Liège', die wij als Vlaming 'Luik' noemen, en door de Duitstaligen aangeduid wordt als 'Lüttich'.

En voor de buitenlanders zouden we dan ook nog 'Bruges', 'Brujas', Brussels', 'Bruselas', 'Antwerp' en 'Amberes' moeten toevoegen natuurlijk. 

En wat met Brussel? Want als eerst omgeroepen wordt in het Nederlands, voelen de Franstaligen zich benadeeld, en omgekeerd ...

Het is je misschien nog nooit opgevallen, maar spits volgende keer maar eens je oren als je op het perron staat in een van de stations van de noord-zuidverbinding: zelfs de omroepstem is communautair geprogrammeerd. 
In Brussel-Noord somt ze eerst in het Nederlands op welke trein er aankomt, gevolgd door het Frans. 
In Brussel-Zuid is het omgekeerd.

En Brussel-Centraal dan? 
Wel daar is een creatieve taalkundige oplossing gevonden. Is het een even jaartal, dan begint de stem de aankondigingen in het Nederlands, tijdens oneven jaren is dat in het Frans.

Absurd? Misschien wel, maar het trekt wel een rechte lijn in ons communautair steekspel. 
De MIVB gaat daar zelfs nog verder in. 

Daar werkt men voor het omroepen in de stations ook met jaartallen. Indien er een onderbreking op het net is, hoor je het in een even jaar in deze volgorde: Nederlands, Frans, gevolgd door het Engels. In een oneven jaar krijgt het Frans voorrang boven het Nederlands.
Maar ... de onpartijdige talenmolen gaat zelfs nog verder dan dat. 
Elke halte of station heeft bij de MIVB een nummer. Als dat cijfer oneven is, hoor en zie je eerst het Nederlands. Bij een halte met een even getal is dat omgekeerd.

En het gaat nog verder. Laten we het even hebben over de muziek in de stations, want ook daar is een formule voor gevonden. 
Wie aan het wachten is op de metro hoort behalve Engelstalige of anderstalige nummers, uiteraard ook Franstalige en Nederlandstalige muziek. En ook die hoeveelheid Franstalige en Nederlandstalige meezingers moet perfect in balans zijn.

Op die manier wordt taal, eigenlijk iets heel gevoelsmatigs, gelinkt aan iets waar niet over te discussiëren valt: cijfers. 
Niet zomaar oplossingen op zijn Belgisch dus, maar een mathematische eerlijkheid.

In 2006 kwam er trouwens een beslissing van de Vlaamse Regering.  Zij heeft toen de 'officiële' Franstalige benamingen voor Vlaamse gemeenten afgeschaft. Daarmee voerde de regering een motie uit van het Vlaams Parlement.  

Ook bij het spoor koos men daar voor de duidelijk oplossing. Nederlands voor Nederlandstalig gebied en Frans voor de gebieden onder de taalgrens. Maar zoals reeds vermeld : in reclameboodschappen en folders kan wel nog de tweede benaming voorkomen ook. 

Om het helemaal 'makkelijk' te maken, hebben we in België trouwens ook nog een lijstje met faciliteitengemeenten. 
Dit zijn gemeenten in een bepaald landsgedeelte, waar de andere taalgroep over faciliteiten beschikt, en daar ligt het politiek wél allemaal heel gevoelig. 

Zo zijn er Nederlandstalige gemeenten met faciliteiten voor de Franstaligen. Hier moet eerst in het Nederlands worden omgeroepen, daarna in het Frans : 

De Hoek - De Hoek
Holleken - Holleken
Linkebeek - Linkebeek
Ronse - Renaix 
Sint-Genesius-Rode - Rhode-St-Genèse 

En er zijn ook Franstalige gemeenten met faciliteiten voor de Nederlandstaligen. Hier moet eerst in het Frans omgeroepen, daarna in het Nederlands : 

Herseaux - Herzeeuw  
Enghien - Edingen  
Moucron - Moeskroen  
Comines - Komen  

Deze regels zijn geen opties ! Het is zo !

We beschikken ook over een internationale luchthaven (Brussel-Nationale-Luchthaven). Hoe zit het daar dan mee? 

Wel, gezien FBNL (Brussel-Nationale-Luchthaven) zich op het gebied van Zaventem (Nederlandstalig!) bevindt, is in principe enkel het Nederlands voldoende. 

Uiteraard wordt er rekening gehouden met het internationale karakter van de bestemming (oorsprong) en wordt er vaak ook in andere talen omgeroepen. 

Regel is daarbij wel dat eerst de drie (!) landstalen dienen te worden gebruikt (dus Nederlands, Frans, Duits) en pas daarna ook in het Engels (of een andere taal) mag omgeroepen worden. 
Een collega die het Duits dus niet machtig is, mag in principe dus ook niet in het Engels (of een andere taal) gaan omroepen. 


De wetgeving is dus duidelijk .... maar zorgt ondertussen ook wel voor enkele misverstanden.

Zo kreeg ik als treinbegeleider ooit onder mijn voeten van een reiziger omdat ik in Kortrijk ook niet in het Frans had omgeroepen (wat niet mocht!), terwijl dat in de volgende haltes (Moucron, Herseaux, ...), amper enkele kilometers verder / minuten later dan weer moest!
Uiteraard heb ik meneer wel verder geholpen in het Frans, maar de officiële communicaties (pancartes, mondelinge boodschappen langs de luidsprekers, ...) laten dit eigenlijk niet toe.

De taalwetgeving is uiteraard ook belangrijk voor andere communicaties.

Zo wordt een vervoersbewijs opgesteld in de taal van het vertrekstation.

Een regularisatie wordt opgesteld volgens de plaats van vaststelling. Als de reiziger nadien het ontvangen RFID kaartje laat inlezen aan loket, automaat of thuis, bepaalt hij zelf de taal waarin hij de boodschap wenst te lezen.

Een document 'verdwaalde reiziger' of aanpassing aan ticket wordt opgemaakt in de (lands-)taal van de reiziger. 

Een interne melding (schade, ...) wordt opgemaakt in de taal van de treinbegeleider

Een externe melding (ongeval, zieke reiziger, ...) maakt men op in de taal van het grondgebied waar het voorval plaats vond. Dit omdat dergelijke meldingen ook nog een juridisch staartje kunnen krijgen.
Een uitzondering wordt aanvaard als men de verklaring opmaakt met de melding 'ik wens mij uit te drukken in het Nederlands'.

Dat het wel degelijk nodig is voor het personeel dat veiligheidstaken uitvoert om zeker de twee landstalen machtig te zijn, werd jammer genoeg benadrukt door een spijtig ongeval in Pécrot op 27 maart 2001.

Een treinbestuurder negeerde toen bij vertrek uit Waver een rood sein, waardoor hij een wissel passeerde die nog in een stand stond die de trein op het verkeerde spoor deed belanden.

Doordat men geen contact met de treinbestuurder kon krijgen (op de spoorlijn Leuven-Waver-Ottignies was geen radiokanaal en de bestuurders hadden toen nog geen mobiele telefoons) én een enorme communicatiefout van de verantwoordelijke seingevers (een seingever in Wallonië die geen Nederlands sprak, werd niet begrepen door een seingever in Leuven die geen Frans sprak), kon de trein niet op tijd tot stilstand gebracht worden. Bij de ramp vielen acht doden waaronder beide treinbestuurders en zes passagiers. Daarnaast vielen er nog twaalf zwaargewonden.

Dit is een duidelijk geval waarbij erger misschien had kunnen worden voorkomen. 

Naast 'gewoon communiceren' en 'informeren' moet al het betrokken personeel (Infrabel, boordchef, bestuurder, ...) dus zeker ook de alarmboodschappen machtig zijn in beide talen. Op de momenten dat het nodig is, is er echt geen tijd om deze te gaan opzoeken ...

Wat extra woordenschat is dus zeker vereist, want met 'Le soleil qui brille' of 'Jean et Anette vont à la mer' zal je er niet geraken. We hebben het bijvoorbeeld over 'un cathénaire' en 'le gabarit', ...  woorden die je niet leert in het onderwijs (en die ons vaak zelfs onbekend zijn in onze eigen moedertaal).

Naar aanleiding van het ongeval werd de NMBS veroordeeld tot het betalen van ongeveer 100.000 euro. Als gevolg van dit ongeluk kregen alle machinisten nadien een dienst-GSM. Dat heeft dan niets te maken met de taalbarrières, maar wel met de bereikbaarheid en mogelijkheid tot het uitsturen van dringende (veiligheids-) boodschappen waar seconden het verschil kunnen maken. 

Moet het altijd dramatisch aflopen? Natuurlijk niet!

Veel minder erg (en eigenlijk zelfs grappig) maar toch duidend op het belang van de kennis en het gebruik van de correcte talen, vinden we in volgend bericht. 

We schrijven 04 juli 2015.

Iets voor elf uur had de NMBS een mededeling verspreid dat er vertragingen mogelijk waren in Aywaille, omdat er een kameel langs de spoorweg stond of liep.

Een kameel?

Dat zou zeker gekund hebben, gezien de nabijheid van een safaripark ('Le Monde Sauvage') enkele kilometers verderop. 
Het hoeft immers niet altijd een koe of een schaap te zijn die langs de sporen wandelt ...

Iets later bleek dat het ging om een geval van spraakverwarring en werd het verkeer hernomen.


De melding "un chat mort" (een dode kat) werd begrepen als "un chameau" (een kameel) en werd op die manier de wereld ingestuurd.


Dat de tweetaligheid van het personeel echt wel een vereiste is, dat mag duidelijk zijn. Dat dit alles goed opgevolgd wordt ook. 
Zo verscheen in 2019 volgende informatie in de pers.
"Tussen 2011 en 2019 werden bij de uitvoering van de procedures slechts zes voorvallen opgetekend als gevolg van taalproblemen.

Treinbestuurders die niet slagen voor hun taalexamen, mogen enkel nog aan de slag in het gewest waarvan ze de taal machtig zijn. Seingevers die worden aangeworven voor een post in een seinhuis in het Brusselse die herhaaldelijk niet slagen, dreigen te worden ontslagen".
Zo zie je maar. 'Verwijten' van reizigers over het al dan niet gebruiken van een bepaalde taal mogen dan wel volledig te begrijpen zijn, NMBS-medewerkers moeten zich steeds aan de wet - in dit geval dus de taalwet - houden en aldus ook communiceren. 

Zeker voor het officiële gedeelte ...  


Bronnen

Twitter (nu "X") NMBS 04/07/2015
HLN 05/07/2015
Treinbegeleiding
Common.eye (cartoon)
Metro (info van 'Belga')  23/05/2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten