Dagelijks wordt het trein- of wegverkeer meermaals geconfronteerd met stenen- of andere projectielgooiende of -leggende jongeren.
Soms gaat het over eieren, vaak gaat het over stenen, af en toe is het nog erger en worden hele betonblokken of riooldeksels gebruikt.
Het gebeurt heel vaak en af en toe kent het ook een dodelijke afloop ... stenengooiende jongeren die niks beters te doen hebben dan stenen of andere projectielen op de weg of op het spoor te leggen of te gooien. Liefst nog naar rijdende vrachtwagens of treinen.
In april 2024 haalde een nieuw dodelijk voorval met een vrachtwagenchauffeur de krantenkoppen ... en dat deed velen, waaronder ook heel wat NMBS-medewerkers, opnieuw denken aan de dood van een collega in 1996.
Op 22 Mei 1996 immers stond Frédéric C. (17) samen met een vriend op een spoorwegbrug in Anderlecht. De jongen wachtte tot er een trein voorbijreed en gooide toen een betonblok van 36 kilo naar beneden.
Recht door de voorruit van de trein van Claude De Smet (44). De vader van twee kinderen was op slag dood.
Dit is het verhaal van een man die nooit meer thuis kwam van zijn werk.
De Roemeense trucker Gheorghe Tibil (50), die in april 2024 omkwam, is zeker niet het eerste dodelijke slachtoffer omdat jongeren rotzooi van een brug keilen. Daar kan Rosine, de weduwe van Claude, de treinbestuurder, jammer genoeg ook over meevertellen.
Zij vertelt “Toen ik het nieuws vernam dat enkele jongens die man hebben gedood door een rioolrooster van een brug boven de autosnelweg te laten vallen, moest ik onmiddellijk aan mijn lieve man Claude denken. Hij was ook op slag dood. Oók door zogezegd ‘spelende’ jongeren. Eigenlijk denk ik daar nog altijd elke dag aan. Ook al is het binnen anderhalve week al 28 jaar geleden. Het is gewoon zo unfair.”
Wat was er nu gebeurd?
We schrijven 22 mei 1996. De 17-jarige Frédéric C. fietste rond half vier van de bakker naar huis, in een deftige wijk in Anderlecht. Onderweg kruiste hij er zijn vriend, de 14-jarige Ralph en ze beslisten om samen wat rond te hangen.
Door werken lagen op de brug over de spoorweg in Anderlecht enkele zware cementblokken. Frédéric C. legde ze op de reling. Los en wankel, zodat ze bij een korte tik onmiddellijk naar beneden zouden vallen.
Een eerste blok dat viel raakte een elektrische kabel die over de sporen gespannen was. Het gevaarte miste daardoor een eerste trein.
De timing van de tweede steen was ‘beter’, en net op het moment dat de IC-trein Gent-Dinant voorbijraasde aan 140 kilometer per uur, donderde het blok naar beneden.
Een halve seconde eerder en het cementblok had de trein niet getroffen. Maar de steen van 36 kilo verbrijzelde de voorruit van de trein en trof bestuurder Claude De Smet uit Profondeville recht in het gezicht.
De onfortuinlijke man, die alleen zat in zijn stuurpost, werd verpletterd door het blok en stierf ogenblikkelijk. Gezien het eerste rijtuig leeg was, was er ook niemand die de impact van de steen gehoord had.
Door de aanwezigheid van de automatische waakinrichting (de zogenaamde 'dodemanspedaal') kwam de noodrem in werking en de trein maakte na 500 meter automatisch een bruuske noodstop. De treinbegeleider kwam kijken wat er aan de hand was, en hij vond zijn collega helemaal verminkt in een grote plas bloed.
Hij sloeg onmiddellijk alarm maar alle hulp kwam te laat.
De twee sporen werden meteen geblokkeerd en de zowat 80 reizigers dienden over te stappen op een andere trein die achter hen reed. Zo werden ze eerst terug naar Denderleeuw gebracht, vanwaar ze dan via een omweg alsnog verder konden reizen. Het treinverkeer zou nog een hele dag hinder ondervinden.
De jeugdrechter sprak de 14-jarige Ralph vrij. Frédéric C. – op het ogenblik van de feiten 17 jaar, 11 maanden en 15 dagen – daarentegen stuurde hij aanvankelijk tot zijn twintigste naar een jeugdinstelling.
Gezien de ernst van de feiten – én vooral de zware gevolgen – vond het parket dat veel te mild: Frédéric C. werd uit handen gegeven en als een volwassene berecht.
Hij riskeerde daardoor ineens levenslang voor het Brusselse hof van assisen. Op zijn proces in maart 1999 bleek de toen 20-jarige jongeman geen straatvechter te zijn, voor wie de meesten hem tot die eerste procesdag hadden gehouden. Frédéric C. verscheen als een stille, timide stadsjongen. Netjes, op het afgeborstelde af.
“Hij wist dat die trein niet vanzelf reed en dat er minstens één persoon in zou zitten. Het was géén spooktrein – er zaten die dag ongeveer 100 passagiers op. Ik ben gisteren nog even naar die brug geweest. Ik vroeg mij af hoe men zo dwaas kan zijn op die plaats cementblokken naar beneden te gooien. Dat zijn geen papiertjes die naar beneden dwarrelen”, zei de openbaar aanklager op het assisenproces.
“Ik had geen motief”, verduidelijkte Frédéric C. tijdens zijn ondervraging door de voorzitter.
“We fietsten die dag over de spoorbrug en zagen een vijftal betonblokken liggen. We legden er twee op de brugleuning en gooiden eerst een vuilniszak naar beneden. Toen een trein naderde, duwden we één van de stenen van de leuning. Die miste doel en kwam op de sporen terecht. Even later kwam een trein uit de richting van Gent aangereden en riep ik naar Ralph: Vas y! Ga ervoor. Met tweeën duwden we het zware blok van de leuning. Ik hoorde een lawaai dat niet normaal was. In paniek fietste ik naar huis.”
Tegen middernacht had de politie de twee gevluchte jongens geïdentificeerd en opgepakt. Ze legden onmiddellijk bekentenissen af.
Tussen die dag en het proces diste Frédéric C. uiteindelijk vijf verschillende versies op. Bij de eerste gaf hij nog toe dat hij in zijn eentje die stenen had getild en gegooid. Op het proces bleef hij de medeverantwoordelijkheid bij de jongere Ralph leggen. Die kwam als kroongetuige naar het hof en hield voet bij stuk: "Ik was daar eigenlijk alleen maar aanwezig.”
De psychiaters noemden stenengooier Frédéric C. asociaal, egocentrisch, narcistisch en opstandig.
Oorzaken voor deze daden zochten ze in de kille thuis van de jongen. Zijn moeder zou hem verstoten hebben, omdat zijn vader haar zonder boe of bah in de steek had gelaten. Frédéric C. was toen 1 jaar. Volgens zijn advocaten zou de moeder aan haar zoon ooit gezegd hebben dat ze voor hem enkel een lege portefeuille en een leeg hart had.
Frédéric C. – de middelste van drie kinderen – moest thuis in een hoekje van het salon slapen, terwijl zijn broer en halfzus wel een eigen kamer hadden.
Op de basisschool haalde Frédéric C. nog goede punten. Daarna liep het mis. Hij verhuisde naar scholen in Anderlecht, Namen, Malonne en Dinant. Meer dan eens werd de leerling er weggestuurd. Onder andere omdat hij samen met enkele andere scholieren de auto van de directeur omver kieperde.
De psychiaters op het proces: “Door de kilte thuis kweekte hij egocentrisme, negativisme en opstandigheid aan. Hij wou altijd de indruk geven: ik ben sterker dan jullie.”
Volgens zijn advocaat had Frédéric C. niet de bedoeling om iemand te doden. “Als een klein kind wou hij zien wat het gaf om een steen van de brug te werpen. Hij gooide die om de aandacht op zichzelf te vestigen.”
De twaalf gezworenen van de volksjury verklaarden Frédéric C. schuldig aan een onopzettelijk treinongeval dat de dood veroorzaakte van de machinist.
Frédéric C. ontsnapte daardoor aan levenslang en geraakte uiteindelijk zelfs weg met een gevangenisstraf van vijf jaar, volledig met uitstel. Dit betekende dat hij niet naar de gevangenis moest. Het bleef bij zijn verblijf van 21 maanden in de gesloten jeugdinstelling in Kasteelbrakel.
Waarom zo'n lichte straf? Uiteindelijk spreken we hier over een weloverwogen daad met de dood tot gevolg (= moord?).
Wel, meteen na de uitspraak klonk het in de media dat de jury een speciale reden had om zo mild te zijn: dat was namelijk in het financiële voordeel van de weduwe van de treinbestuurder.
Blijkbaar hield de volksjury er bewust rekening mee dat de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij alleen zou betalen als de tragische daad van de jonge beschuldigde niet opzettelijk was.
Enkel in geval van ‘een ongeval’ zou de familiale verzekering de schade dekken, die toen becijferd werd op bijna 1 miljoen euro.
De kranten schreven dat niemand ontevreden was met deze uitspraak: de verdediging niet en de burgerlijke partijen evenmin.
Weduwe Rosine wou niet verder ingaan op de strafmaat. Ze noemde het allemaal zo pijnlijk en zei dat het in de eerste plaats allemaal nooit had mogen gebeuren.
Door een 17-jarige jongen heeft haar man Claude De Smet zijn kleinkinderen immers nooit gekend. Hun twee kinderen waren zelf nog heel jong. Toen hij volwassen was, trad de zoon van slachtoffer Claude De Smet in de voetsporen van zijn vader. Hij werd treinbegeleider.
Afgaande op het Facebook-profiel van de nu 45-jarige Frédéric C. heeft hij zijn tweede kans gegrepen. Hij heeft een relatie, werkt als chauffeur bij een keukenbouwer en klust aan een afgelegen huisje, diep in Wallonië.
Tot slot nog dit. Daags na de feiten zei de weduwe van Claude De Smet: “Hier moet ruchtbaarheid aan gegeven worden, om te vermijden dat een dergelijke tragedie zich nog voordoet. De jeugd moet gewezen worden op de onverantwoordelijkheid van haar daden.”
Het is trouwens niet de enige treinbestuurder die het leven liet door 'beton'.
Bij een incident op 18 april 2000 te Aiseau-Presles werd immers een betonblok in de wissel geplaatst.
De trein ontspoorde en er volgde nog een aanrijding met een trein die uit tegenovergestelde richting op het ander spoor kwam aangereden. Ook daar kwam de machinist om het leven.
In 2008 werd - onder andere door deze voorvallen - gestart met de implementatie van het project MALAGA, meer bepaald de installatie van camera’s in de stations. In een eerste fase (2008-2010) werd er in 51 stations camerabewaking voorzien.
Ook zijn de meeste spoorwegbruggen nu uitgerust met een hoge doorzichtige pvc-wand boven de reling zodat het praktisch onmogelijk wordt om nog zware voorwerpen over te gooien.
Ondanks alle inspanningen van NMBS, InfraBel en lokale autoriteiten blijft het probleem zich echter meermaals voordoen.
Vaak zonder rechtstreeks gevolg, vaak met enkel materiële schade maar af en toe dus ook met lichamelijke schade.
Zoals chef Vandevoorde van de afdeling Transport Brussel (NMBS) ontdaan reageerde na het incident in 1996 : "We kunnen toch niet aan elke spoorbrug een wachter zetten!"
Het lichamelijk leed kan dus enorm zijn, en ook bijna altijd leidt dit tot stopzetten van het verkeer, met vertragingen en/of afschaffingen tot gevolg ... en die leiden dan weer tot gefrustreerde reizigers en personeelsleden ...
Hier nog even het krantenartikel van 23 mei 1996
Naast deze projectielengooiers zijn er natuurlijk ook nog de spoorlopers, die vooral een gevaar zijn voor zichzelf, is ook deze categorie verantwoordelijk voor heel wat vertragingen.
Meer over spoorlopers : HIER
Bronnen :
HLN 15/05/2024
Pers 23/05/1996
Dossier stenengooiers open.rijkswaterstaat.nl
Reportage VTM naar aanleiding van het ongeval met trucker in mei 2024
Senate.be zitting 12/01/2009 scriftelijke vraag nr 4-2432 door dhr Hugo Vandenberghe (CD&V)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten